Met een harde klap gaat de deur van kantoor open. Ik kijk in de verschrikte ogen van Syb, een trouwe vakantiewerker. „Jouw kas is aan het instorten.” Zijn stem trilt. Hij meent het echt. Ik sta op en ren mee de kas in. „Het is nu afgelopen”, zegt Syb, „maar ik denk dat achterin alles kapot is.”
Ik kijk de kas in en zie direct problemen. Het schermdoek aan de achterkant zit nog dicht terwijl het bovenscherm open is. Dat is geen goed teken want dat zou gekoppeld moeten zijn. Ik loop verder en Syb komt direct achter me aan. Ik hoor zijn ademhaling trillen. „Ik heb nog nooit zo’n knal gehoord hier. Ik hoorde het ook overal rinkelen.”
Achterin aangekomen zie ik de ravage. Ik hoor geen wind en zie geen kapotte ramen, dus dat is een meevaller. Het scherm ziet er wel echt slecht uit. Verbogen tandbanen, gescheurd doek, geknapte draden. De tranen schieten in mijn ogen. Niet dat ik binding had met dit doek. Het zit er al meer dan 20 jaar in en ik denk dat de nieuwere doeken meer mogelijkheden geven, maar toch.
Ik loop terug en haal het scherm van de automatische stand. Nu kan de computer het in ieder geval niet meer aansturen. Ik stel Syb gerust. ‘Komt goed, ik had al 2 offertes liggen om dit te vervangen, direct na Pasen beginnen ze eraan.’ Tot zolang kan ik dus niet of nauwelijks schermen, maar zo’n groot probleem is dat niet. Laten we hopen dat de klimaatverandering haar werk nog even doet.
Eindelijk kan ik een ander doek installeren, een open structuur wat in die hete zomers een veel betere temperatuur gaat geven. En van die kiertjes die ik moest zetten omdat anders de verse topjes van de stek verbrandden, daar ben ik dan ook vanaf.
Syb kijkt me verbaasd aan. „Wat blijf jij rustig?” En inderdaad, hier moet ik maar weer mee dealen, maar het kan nog gemaakt. Laten we eerst de echte problemen zoals covid, Brexit en Floriday maar eens afwachten, daar heb ik namelijk zelf bijna geen invloed op. Met een nieuw doekje zijn mijn plantjes straks in ieder geval weer beschermd.