In 2017 is er in opdracht van Anthos en LTO vakgroep Bomen en Vaste planten door Wageningen Plant Research en Delphy onderzoek gedaan naar residu in boomkwekerijgewassen. Naar aanleiding van de resultaten is een leaflet met tips gemaakt voor kwekers.
In het onderzoek is gekeken welke concentraties residu er na een bespuiting op boomkwekerijgewassen aanwezig is, en hoe de afbraak van het residu verloopt. Het onderzoek is uitgevoerd in Buddleja, Buxus, Chamaecyparis, Clematis, Erica, Gaultheria, Lavandula, Phlox, Rosa, Spiraea, Vaccinium en Viburnum. De gewaskeuze is bepaald in overleg met een klankbordgroep, bestaande uit kwekers en vertegenwoordigers van de Raad voor de Boomkwekerij.
Etiketdosering
De gewassen zijn bespoten dan wel aangegoten met alle in 2017 toegelaten insecticiden (23) en fungiciden (21). De middelen zijn éénmalig in de hoogste etiketdosering toegepast. Niet ieder middel is in elk gewas gespoten. Alleen als het middel ook in de praktijk op het gewas wordt toegepast is het gespoten.
Er is op 5 momenten in het groeiseizoen een monster genomen van de verschillende gewassen voor een residu-analyse. Zo kon de afbraak worden gemeten tot 4 maanden na toepassing.
Inzicht
Met dit onderzoek zijn zeer veel cijfers verkregen die inzicht geven in welke hoeveelheden residu men kan verwachten. In het onderzoek lagen de residuwaarden van de meeste middelen na 3 maanden onder de gangbare residugrens van 0,05 mg/kg. Enkele middelen werden na 4 maanden nog boven de 0,05 mg/kg grens aangetroffen.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Raad voor de Boomkwekerij en is gefinancierd met geld van het voormalige Productschap Tuinbouw. Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Plant Research.
Naar aanleiding van het onderzoek is er een leaflet gemaakt met tips in de vorm van vragen met antwoord. Klik hier voor de leaflet.