Na de aparte rozen heb ik nog een laanboomkwekerij bezocht, ook in het midden van Engeland, maar iets naar het oosten. En ook daar was het effect te zien van de wind.
Het had er afgelopen weekend zo hard gewaaid, dat er takken uit kronen waren gebroken en een enkele boom zelfs helemaal was omgeknakt, net boven de draad.
Veel bomen staan hier aan draden, anderen aan latten of planken. Zulke bevestigingssystemen zijn hier van wezenlijk belang, want alle bomen zijn niet vastgeworteld in de vollegrond, maar ze groeien erboven, in zakken. Ze hebben hier overal zakken, ik schat vanaf 20 l, tot 1.000 l of nog iets groter. En ze zijn allemaal wit.
Als de zon schijnt zou je je bijna scheel kijken op al dat wit. Maar het is voor een goed doel. Dat wit voorkomt dat de wortels tot vervelends toe rondjes gaan draaien. De wortels groeien juist naar beneden, zegt de kweker, en het is hem vooral om dit effect te doen.
Het wit voorkomt ook dat de wortels te warm worden, maar dat is meer een issue in Australië, waar de Engelsman de witte zakken had ontdekt. Daar is 40°C vrij normaal. Wit warmt dan niet op zoals zwart. Met heet weer trek je toch ook liever een wit t-shirt aan dan een zwart, zegt de Engelsman.
Afgelopen nacht was het maar 6°C. Tegen de middag stijgt de temperatuur snel naar zo’n 20°C, en de zon begint te prikken. Maar je mag hier niet alleen in een wit shirt zijn. Medewerkers moeten altijd een geel reflecterend hesje over hun shirt dragen. Ik moet oranje dragen. Omdat ik Dutch ben, zegt de Engelsman in eerste instantie lachend – Engelse humor.
Die hesjes zijn er voor de veiligheid. Net zo’n regel als dat een Engels veld verboden terrein is na een bespuiting. Engelsen houden van regels.