‘Jij slikt toch ook magnesiumpillen?’ Zomaar op een verjaardag bij een broer. Praatje gezondheid. Over voldoende water drinken (‘Zeker 2 liter per dag!’), visolietabletten (‘Zo smerig als je dat opboert joh…’) en natuurlijk over magnesiumpillen. ‘Ja, ik heb er echt baat bij.’
Ik zit erbij en hoor het aan. Lach schamper als ik mijn zus van 66 hoor vertellen dat we magnesium moeten slikken, omdat we dit mineraal onvoldoende binnen krijgen. ‘Er zit in brood en al ons andere eten gewoon minder magnesium dan voorheen!’ Tuurlijk. En vroeger waren de winters altijd koud met sneeuw en ijs en elke zomer lagen we maanden op het strand. ‘Houd toch op!’
Ik word altijd wat cynisch van dat soort verhalen. Je hebt een probleem en meteen staat er wel iemand klaar met een oplossing. Terwijl het vaak zo eenvoudig niet is. Ik heb ook bij ons op de tuin maar zelden meegemaakt dat moeilijkheden als bij toverslag verdwenen. Ja, één keer: toen we na maanden tobben er eindelijk achter kwamen dat de slechte groei van de plantjes kwam door fosfaatgebrek. Voor dat wonderlijke inzicht ben ik nu nog steeds diep dankbaar.
‘Je kan niet zomaar magnesium gebruiken hoor. Je moet magnesiumcitraat hebben. Dat werkt het beste. Je slaapt beter, je hebt minder last van kramp en vermoeidheid, super!’ Ik stel me zo voor dat dit vroeger van Haarlemmerolie werd gezegd. Dat was ook overal goed voor.
Een paar weken later. De bel gaat. Krakend en piepend kom ik omhoog uit mijn liggende houding op de bank. Een pakje met magnesiumpillen voor mijn vrouw. Voorgeschreven door een gezondheidsconsulent. En ineens neem ik het besluit. Ik ga het proberen onder het mom van ‘Eet het en je weet het’. En geloof het of niet, met een paar dagen voel ik me fitter dan ooit. Het zal toch niet waar zijn?
Als ik het tijdens het oogsten tegen mijn zoon vertel komt hij niet meer bij. ‘Wat? En u hebt altijd de mond vol gehad over die pillenslikkerij en alles!’ Ik buig deemoedig het hoofd. Hoe leg je dat uit? Nou ja, hij komt nog wel…
Kees van Egmond