Regenwormen van Nederland in kaart gebracht

    De nieuwe kaarten van Atlas Natuurlijk Kapitaal tonen de dichtheid en diversiteit van regenwormen in Nederland. De Atlas brengt zowel de geschatte regenwormdichtheid als de geschatte soortenrijkdom in kaart.

    Geschatte regenwormdichtheid per m2; hoe donkerder de kleur hoe groter de dichtheid (Bron: Atlas Natuurlijk Kapitaal)

    In Nederland komen er gemiddeld 206 regenwormen per vierkante meter bodemoppervlak voor. Samen zetten ze een enorme hoeveelheid bodem om: de natuurlijke ploegcapaciteit. In Nederland zijn ongeveer 25 regenwormsoorten bekend. Ze worden op grond van hun voedselkeuze, gedrag en voorkomen ingedeeld in drie groepen: pendelaars, bodembewoners en oppervlaktegrazers.

    De pendelaars, zoals de soort Lumbricus terrestris, graven diepe verticale gangen en trekken plantenresten tot ver in de bodem. Zij verhogen het gehalte aan organische stof, verbeteren de bodemvruchtbaarheid en versterken het vochtregulerende vermogen. Ze bevorderen de beluchting en stimuleren de microbiële activiteit in de bodem. Deze grote wormen komen vooral ’s-nachts aan het oppervlak.

    Het geschatte aantal regenwormsoorten per 100 individuen; hoe donkerder de kleur hoe meer soorten regenwormen (Bron: Atlas Natuurlijk Kapitaal)

    De bodembewoners, de grondeters, zoals de soort Aporrectodea caliginosa, leven ondergronds. Zij eten zich als het ware door de grond heen. Ze voeden zich met al afgebroken organisch materiaal vermengd met minerale grond (humificatie). De oppervlaktegrazers, de strooiseleters, zijn regenwormen die vlak onder de oppervlakte leven zoals Lumbricus rubellus. Deze soorten grazen vooral het oppervlak af en voeden zich met afgestorven organisch materiaal. Als deze groep ontbreekt, kan een minder goed doorlatende verdichte zode ontstaan. Regenwormen zijn gevoelig voor verontreiniging en grondbewerking, zoals ploegen en mestinjectie.

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties