Netwerkbedrijf Liander is samen met vier glastuinders in de Bommelerwaard onlangs de Pilot Flexdienst Elektriciteit gestart. Door een sterke toename van wind- en zonne-energie matcht het aanbod van elektriciteit niet altijd met de vraag. Via de pilot onderzoekt Liander of er met een aangepaste tariefsystematiek onder gunstige voorwaarden meer elektriciteit aan de tuinders is te leveren.
Liander wil zijn elektriciteitsnet beter benutten en oplossingen zoeken voor de onbalans tussen vraag en aanbod. Met de Pilot Flexdienst Elektriciteit wil het netwerkbedrijf die opgave combineren met het benutten van kansen voor de glastuinbouw in de Bommelerwaard. Speciaal voor de pilot is daarom een ’stoplichtmodel’ ontwikkeld, een systeem dat aangeeft wanneer een bedrijf onder gunstige voorwaarden elektriciteit van het middenspanningsnet kan afnemen (groen) en wanneer niet (rood). Oranje geeft de overgang tussen beide fasen aan.
Belichting soms uit
„De pilot moet uitwijzen of de achterliggende techniek goed werkt en of we als tuinders uit de voeten kunnen met het af en toe wegvallen van een deel van de belichting”, aldus chrysantenteler Rochus van Tuijl. Binnen het Glastuinbouwpact Bommelerwaard & Neerijnen is hij voorzitter van de werkgroep Energie. „Met Liander heb ik afgesproken dat we komende winter variabel zijn voor 1 MW/uur. Globaal verbruiken we op een winterdag ongeveer 6 MW/uur. Daarvan maken we 4 MW/uur zelf met een WKK en 2 MW/uur kopen we in. Als van die 2 MW/uur er 1 wegvalt, moeten we ongeveer een zesde van de lampen uitschakelen. Daar valt volgens mij mee te leven.”
Als de Pilot Flexdienst Elektriciteit uitwijst dat pieken in het elektriciteitsverbruik vermijdbaar zijn met slimme techniek – en uiteraard een aangepaste systematiek voor transport – ontstaan er volgens Gerard Selman van Projecten LTO Noord en programmamanager bij het Glastuinbouwpact, mogelijkheden om de inzet van WKK’s te verminderen. „Zeker voor bedrijven met een beperkte warmtevraag. We moeten dan nog wel op zoek naar mogelijkheden om de behoefte aan CO2 op een andere manier in te vullen.”
Power-to-Heat
Vorig jaar stelde Van Tuijl in het Vakblad voor de Bloemisterij dat de tuinbouw ook met Power-to-Heat (P2H) een belangrijke rol kan spelen in het handhaven van de balans op het elektriciteitsnet. Tuinders kunnen dan het overschot aan stroom afnemen om daarmee via P2H hun warmtebuffer te vullen. „Dat is aantrekkelijk als de stroomprijs laag of negatief is. Zo kan de WKK beter meebewegen met het aanbod van zon- en windenergie.” P2H is een relatief goedkope techniek. De tuinders hebben al een flinke elektriciteitsaansluiting voor hun WKK, dus daarin hoeven ze niet meer te investeren. Nu er meer flexibiliteit komt in de afname van elektriciteit, wordt P2H een stuk aantrekkelijker. „Dat is belangrijk, omdat er maar een beperkt aantal uren een overschot is. In die tijd kan de techniek toch worden terugverdiend”, aldus Van Tuijl.