Onderzoek naar tevredenheid over belangenorganisaties land- en tuinbouw

    Agrarisch onderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen heeft het plan om in het najaar van 2018 een onafhankelijk onderzoek uit te voeren onder boeren en tuinders om de tevredenheid te peilen over hun belangenorganisaties voor de land- en tuinbouw. Ook wil het bureau nagaan wat agrarische ondernemers precies verwachten van deze organisaties. Daarover stuurde het bureau deze week een persbericht uit. „De eerste vraag is echter: is er behoefte aan zo’n onderzoek?”, zegt Jan Geelen, eigenaar van het bureau.

    Waarom willen jullie dit onderzoek doen?
    „De aanleiding is het onderzoek ’De Staat van de Boer’ dat we in opdracht van dagblad Trouw hebben uitgevoerd. Het idee daarachter was: iedereen heeft een mening over boeren en tuinders, maar hoe denken ze er zelf over? Dit onderzoek, waar 2.300 agrarische ondernemers aan hebben meegewerkt, heeft veel publiciteit gekregen. Zo kwam er bijvoorbeeld uit dat boeren en tuinders vinden dat ze een slechte onderhandelingspositie hebben. Minister Schouten heeft toen voorgesteld een meldpunt in te richten voor boeren en tuinders die voelen dat ze worden afgezet door hun afnemers. Wij hebben veel positieve reacties ontvangen van boeren over de opzet en uitvoering van het onderzoek.”

    Bij het onderzoek voor Trouw hebben nauwelijks glastuinders gereageerd. Waarom?
    „Dit komt simpelweg door het feit dat we weinig e-mailadressen van tuinders in ons bestand hebben. In overleg met Trouw hebben we toen besloten het onderzoek met name uit te voeren onder ‘echte’ boeren, dat wil zeggen: vollegrondsgroentetelers, akkerbouwers, rundvee-, varkens- en pluimveehouders. Maar in het komende onderzoek willen we ook graag meer fruittelers, glastuinders en bloembollentelers meenemen. Uiteraard verwerken wij alle antwoorden in onze onderzoeken anoniem.”

    Waarom nu een onderzoek naar de belangenorganisaties?
    „Twee van de ongeveer 50 vragen in dat onderzoek gingen over de land- en tuinbouworganisaties in het algemeen. Bijna 90% van de respondenten vindt bijvoorbeeld dat de organisaties er niet in slagen om de positie van de boer goed voor het voetlicht te brengen. Een aantal belangenorganisaties herkent zich niet in de uitkomsten van de twee vragen over de belangenorganisaties. Dit kan, omdat we niet specifiek gevraagd hebben om een oordeel te geven over een bepaalde belangenorganisatie.”
    “Daarnaast gaf LTO aan dat vooral niet-leden hebben meegedaan met het onderzoek voor Trouw. Maar dat is niet juist. Het was een representatief onderzoek dat wetenschappelijk begeleid is door Prof. Han Wiskerke van Wageningen Universiteit. Bovendien zijn ook een aantal ingevulde vragenlijsten binnengekomen via de nieuwsbrief van LTO. Dit triggerde ons des te meer om een diepgaand en specifiek onderzoek te gaan opzetten naar de tevredenheid over de belangenorganisaties. Begrijp ons goed, we hebben niks tegen deze organisaties en geloven echt dat ze hun uiterste best doen. Maar wij zeggen altijd ‘meten is echt weten’. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is een (nog) betere dienstverlening door de belangenorganisaties voor de boeren en tuinders. Daar is iedereen bij gebaat.”

    Deze discussie was te voorkomen als er een vraag bij had gestaan: van welke organisatie bent u lid?
    „Ja, maar dat was helemaal niet het doel van het onderzoek voor dagblad Trouw. Het waren slechts twee vragen over de belangenbehartiging in het algemeen. In het toekomstige onderzoek gaan we daarom wel vragen van welke organisaties men lid is. Men krijgt dan specifieke stellingen te zien over de organisaties waar men lid van is.
    „Daarnaast vragen we welke verwachtingen men heeft van deze organisaties. Dit kan bijvoorbeeld zijn meer belangenbehartiging, meer promotie van de sector.”
    „Ook agrarische ondernemers die geen lid zijn van een organisatie krijgen soortgelijke stellingen te zien. Vervolgens wordt aan deze niet-leden gevraagd wat de redenen zijn om geen lid te zijn van een bepaalde belangenorganisatie. En wat de belangenorganisaties zouden kunnen doen om deze agrarische ondernemers (weer) aan zich te binden.”
    „We hebben de intentie om het onderzoek een keer in de twee jaar uit te voeren, zodat men ook kan zien op welke aspecten de dienstverlening verslechterd of verbeterd in de loop der tijd.”

    Zijn de belangenorganisaties hier zelf ook bij betrokken?
    „De belangrijkste organisaties hebben de conceptvragenlijst al ontvangen met de vraag of ze opmerkingen of suggesties voor verbeteringen hebben voor de vragenlijst. Tot nu toe hebben we nog niks gehoord, dus gaan we ervan uit dat we de juiste vragen stellen.” 

    Wie is de opdrachtgever voor het onderzoek?
    „Dat is een goede vraag. We willen, zoals eerder gezegd, eerst inventariseren of er wel behoefte is aan het onderzoek. Als de boeren en tuinders het onderwerp niet interessant vinden, dan gaan we het niet doen. Het persbericht is met name bedoeld om er bekendheid aan te geven. Als blijkt dat er behoefte aan het onderzoek is, dan gaan we een sponsor zoeken. Dit kunnen natuurlijk de belangenorganisaties zelf zijn of een andere sponsor.”

    Hebben de organisaties al interesse getoond?
    „Inmiddels hebben een paar belangenorganisaties, waaronder LTO Nederland, aangegeven dat men geen behoefte heeft aan een dergelijk onderzoek. De NAV heeft ons via Twitter laten weten dat men dit jaar zelf een uitgebreide ledenpeiling hebben gedaan met veel respons. Dat is natuurlijk prima”.

    Heeft u al reacties van boeren en tuinders ontvangen over het persbericht?
    „Ja, een aantal agrarische ondernemers heeft ons al gemaild of gebeld en verteld dat ze het een goed initiatief vinden. Maar hopelijk krijgen we nog meer positieve reacties, ook van de andere belangenorganisaties die nog niet gereageerd hebben …”

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties