Is een besmetting met de bacterie Ralstonia solanacearum (Rsol) voorzienbaar of onvoorzienbaar? Dat is maar net welke rechter oordeelt, weten rozentelers inmiddels. Nog niet alle rechtzaken zijn voorbij, terwijl de besmettingen vooral in 2015 en 2016 waren. Het inmiddels afgesloten driejarige PPS-onderzoek leverde veel inzicht in het Q-organisme.
Er zijn 9 bestuursrechtelijke zaken en 5 civiele zaken geweest rond Rsol, de bacterie (een Q-organisme) die vooral in 2015 en 2016 veel schade veroorzaakte bij rozenkwekerijen. Tot nu toe trokken telers bij alle rechtzaken aan het kortste eind. Ook andere vormen van compensatie of schadevergoeding kwam er niet, hooguit een schikking.
De impact van de bacterie was groot: in totaal zo’n €15 miljoen schade bij de 15 bedrijven die ermee te maken kregen. Er kwam driejarig onderzoek, want er was nog veel onbekend over deze plaag. Het PPS project ’Preventie van Ralstonia solanacearum uitbraken in de Nederlandse land- en tuinbouw’ is aandacht besteed aan drie onderdelen: Ontwikkeling diagnostische methoden, Epidemiologie van Rsol in roos en Preventie en Weerbaarheidsverhoging. Onder andere is ontdekt welke PCR-toetsen het beste Rsol kunnen aantonen. Er is nu meer bekend over het aantal waardplanten van Rsol en de infectieroutes van de bacterie via grond en water. Ook is aangetoond dat de gevoeligheid voor Rsol per cultivar verschilt. En de in roos gevonden stam van Rsol bleek het meest agressief.
Lees het artikel over de rechtzaken en het onderzoek omtrent Ralstonia in roos in Het Vakblad voor de Bloemisterij editie 12. Heeft u een digitaal abonnement? Lees dan het complete artikel en meer via mijnbloemisterij.nl.
Geen abonnement? Bekijk hier de mogelijkheden of bel 071-5659644.