Jan de Boer pleit voor nieuwe veiling in het westen

Exporteur Jan de Boer vindt dat er een marktplaats moet zijn waar bloemen en planten fysiek voor de klok blijven komen. Hij gaat in januari met Plantion en VBW in gesprek over de mogelijkheden voor een ‘nieuwe’ klok in Rijnsburg. Zo’n klok is volgens De Boer nodig om kleine teelten in leven te houden.

Jan de Boer, directeur exporteur Barendsen, heeft verschillende handelspartijen gesproken die het waardevol vinden dat er onder de vlag van FloraHolland een plek is waar producten voor de klok blijven komen. „Ik geloof absoluut in digitaal, maar het is ook goed om nog een stukje van het aanbod te kunnen zien”, zegt De Boer.

Aanbod verschralen

Met name voor de kleinere producten en noviteiten is dit volgens hem van belang. „Kleinere telers worden steeds minder gehoord, hebben minder aansluiting bij de veiling en ook zijn de veilingkosten relatief hoog. Wanneer er in de toekomst aftuin geveild gaat worden, sneeuwen ze onder. Hierdoor zal het aanbod verschralen en dat maakt de hele sierteeltsector kwetsbaar”, waarschuwt De Boer. 

Hij voegt er aan toe dat hij zo’n nieuwe veiling niet wil loskoppelen van de export, zoals bij de Bloemistenklok in Naaldwijk is gebeurd. Daar kocht alleen de binnenlandse markt bloemen en planten in. De Boer: „Iedereen moet in kunnen kopen, en ook digitaal. De kwekers hebben exportprijzen nodig.”

Afspraak in januari

Een eerste gesprek staat met bloemistenorganisatie VBW en veiling Plantion in Ede staat gepland voor januari. De Boer geeft aan dat kwekers niet zonder Royal FloraHolland kunnen. Hij ziet een aparte holding voor zich, net zoals Plantion en Herongen van Royal FloraHolland zijn. „Naar mijn idee kan je de organisatie heel goed opknippen. De grote jongens die aftuin willen veilen kunnen op Aalsmeer en Naaldwijk terecht. Kwekers en kopers die op de oude manier gefaciliteerd willen worden, kunnen bijvoorbeeld op de nieuwe veiling in Rijnsburg terecht. Je moet niet te snel iets weggooien. Als je dat doet, komt het niet meer snel terug”, stelt De Boer. „We zijn als Nederlandse sierteelt niet altijd de beste en gelukkig niet altijd de goedkoopste, maar wij hebben wel elke dag wat anders! Dat laatste laat de wereld naar je kijken of ze nu leuk vinden of niet.”