Twee werelden die o zo dicht bij elkaar liggen, dagelijks met elkaar te maken hebben maar toch ook enorm verschillen, kwamen donderdagavond 22 september bijeen in Zundert tijdens een Treeportcafé. Drie kwekers en drie handelaren snuffelden eens aan elkaar en gingen in goede sfeer in debat met het doel meer begrip voor elkaars positie te krijgen.
Terugkerend thema tijdens de discussie vormde de tijd die kwekers wordt gegund om producten te leveren. De handel is door de jaren veranderd en de bestellingen worden op steeds kortere termijn gedaan. Het lijkt straks wel Bol.com. De drie kwekers die deelnamen aan de bijeenkomst – Richard Vriends, Frank Jochems en Piet Braspenning – vertelden over hun belevenissen die donderdag. En elk had minimaal een voorbeeld waarbij een handelaar er vanuit lijkt te gaan dat een kweker bij elk telefoontje voor elke bestelling, hoe klein ook, het op een rennen zet. En dat zij niet zelden stank voor dank krijgen als de chauffeur die de partij komt ophalen weer eens snuivend opmerkt ‘dat het weer niet klaarstaat’. Er is een grens aan wat kan, stelden de kwekers. Maar dat vinden ook de handelaren in de discussie: Ria Laurijssen, Fons van Wezel en Jos Denissen.
Van Wezel legde uit dat hij begrijpt dat het leveren tijd kost. Rooien, inpakken, labelen: als je wilt dat het goed gebeurt moet daar voldoende tijd voor zijn. En daar probeert hij rekening mee te houden, en geeft daar ook uitleg over aan zijn afnemer. Maar het kan fout gaan als er een kink in de kabel komt. Bijvoorbeeld een voorraadlijst van een kweker die niet actueel blijkt waardoor product toch niet kan worden geleverd. Dan moet haastig naar vervanging worden gezocht, en dat kan eindigen in een telefoontje of iets op stel en sprong kan worden geleverd.
En gaande de discussie blijkt dat de kwekers die vraag wel proberen in te vullen. Nee wordt er hoogst zelden verkocht. „Ik zie het als een stukje service”, aldus Frank Jochems. De handelsketen is zodoende gaande weg verwend, beaamde Jos Denissen, „maar dat hebben we zelf gedaan.” „Er is een cultuur ontstaan dat het altijd moet, en daar moeten we mee oppassen”, vertelde Fons van Wezel. „Maar je belt wel”, wierp Jochems hem tegen. Van Wezel: „Ja, want we proberen wel de vraag van onze klanten in te vullen. Maar het is maar een vraag die ik neerleg. En als het dan niet kan, dan passen we er een mouw aan. Wel met het risico dat die order dan naar een ander gaat die het wel snel kan leveren. Dat geldt voor mij ook. Als ik mijn afnemer niet kan helpen, is er een kans dat hij naar een ander gaat.”
Maatschappelijk verantwoord
Zo kwamen in het debat meer vraagstukken ter tafel die de samenwerking tussen kweker en handelaar raken. Hoe voorkomen we overproductie of stemmen we vraag en aanbod op elkaar af? Hoe brengen we nieuw sortiment dat niet zelden milieuvriendelijker gekweekt kan worden dan de traditionele soorten onder de aandacht in de markt? Wat noemen we eigenlijk kwaliteit? Houden kwekers handelaren wel voldoende op de hoogte van hun voorraad en welke rol spelen databanken als Varb daar tegenwoordig in?
Het debat raakte kort extra verhit rond het vraagstuk of milieuvriendelijk gekweekt product een meerprijs moet krijgen. Jos Denissen vertelde dat dit product tot nu toe geen meerprijs heeft opgeleverd en dat waarschijnlijk ook niet zal krijgen. En hij gooide olie op het vuur door een vraagteken te zetten bij de stelling van Piet Braspenning dat er wel een meerprijs moet komen omdat milieuvriendelijk telen hogere kosten met zich meebrengt. „Jaren onder de kostprijs verkopen, dat is maatschappelijk onverantwoord”, klonk het uit de zaal. „De handel zou moeten zeggen ‘dit is de kostprijs en daar gaan we niet onder’, riep een ander. De handelaren wierpen tegen dat niet zij maar de kwekers de prijs bepalen, waarop gespreksleider en voorzitter van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten Henk Raaijmakers reageerde met de stelling dat niet kwekers, noch handelaren maar de markt de prijs bepaalt. En hij stelde met zijn gesprekspartners wel vast dat milieuvriendelijk kweken nu al bij bepaalde afnemers een voorkeurspositie oplevert. Het Britse B&Q werd als voorbeeld genoemd waar je niet meer aan mag leveren als je nog bepaalde middelen gebruikt.
Samen
De discussie tussen handelaren en kwekers werd georganiseerd door Treeport. Met het doel meer begrip voor elkaars positie te krijgen. Aan het einde van de avond werd geconcludeerd dat er nog veel stof is om over door te praten. Gespreksleider Henk Raaijmakers stipte een aantal aandachtspunten aan om tot een betere verhouding te komen: je moet een goede relatie met elkaar hebben, respect voor elkaar en vooral ook goed communiceren. En aan dat laatste ontbreekt het wel eens, zo leek de teneur deze avond in Zundert. Fons van Wezel stak op dit punt de hand in eigen boezem. „We moeten het samen doen. En door samen te praten zoals vanavond en met wat wederzijds begrip komen we al een heel eind. De huidige communicatietechnieken zorgen er voor dat je elkaar misschien wat minder vaak opzoekt. Effe bellen en bij elkaar komen, dat doen we misschien te weinig. Door dat wel te doen krijg je wel meer begrip voor elkaar.”
Waardeloos lezen als het beeld verspringt omdat er tekst onder de foto kom en weer weg springtt!!!
Vinden wij ook Koos; aan een oplossing wordt gewerkt. Redactie De Boomkwekerij