Er tekent zich een Eerste Kamermeerderheid af voor de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) na een debat gisteravond met minister Koolmees van Sociale Zaken. Komende dinsdag is de stemming. Verdere aanpassing van de wet of zelfs een nee uit de Eerste Kamer die onder meer Glastuinbouw Nederland hoopte, lijkt hiermee van de baan.
De essentie van de wet is om het aandeel flexwerk terug te dringen. Het middel waar minister Koolmees voor kiest is enerzijds het duurder maken van flexarbeid en anderzijds vaste dienstverbanden goedkoper maken en met minder financiële risico’s voor de ondernemers te omkleden. Het is op zich een logische gedachte dat het pakket aan maatregelen ondernemers stimuleert om mensen voor onbepaalde tijd in dienst te nemen. Wat echter onredelijk is, is dat in sectoren met seizoenswerk ondanks dat er geen werk is, ondernemers vaste dienstverbanden zouden moeten gaan aanbieden.
Uit de berekeningen die Glastuinbouw Nederland samen met LTO Nederland en NFO heeft laten maken blijkt dat glastuinbouwondernemers die gebruik maken van flexarbeid door deze wet tot 7% meer loonkosten voor de kiezen krijgen. Denk hierbij aan de hoge WW-premie en de transitievergoeding die ook voor dienstverbanden van een maand moeten worden betaald. „Dat is economisch niet verantwoord”, aldus Sjaak van der Tak, voorziter Glastuinbouw Nederland voorzitter. Hij verwacht daardoor geen afname van het aandeel flex.
Behoefte aan flexwerk onveranderd
Niets wijst er volgens Glastuinbouw Nederland op dat deze wet wél gaat werken. Het aandeel flex is de afgelopen jaren, ondanks alle andere wettelijke maatregelen zoals de WWZ, niet kleiner geworden. Van der Tak: „De enige reden waarom ondernemers werknemers de komende tijd in vaste dienst nemen is de krapte op de arbeidsmarkt. De wet is voor veel glastuinbouwondernemers en andere sectoren die met seizoenen werken, een ordinaire kostenverhoging.”
Glastuinbouw Nederland gaat met glastuinbouwondernemers en collega-organisaties in gesprek over de vraag hoe vanaf hier verder. De arbeidsmarkt is dus niet alleen krap, ook stijgen de lonen en de loonkosten. Dit heeft grote invloed op de internationale concurrentiepositie van de sector en daarmee voor de BV-Nederland.