Grofweg tachtig procent van de sierteeltbedrijven met een bedrijfshoofd in de leeftijd 55 jaar of ouder heeft geen opvolger. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers van de Landbouwtelling 2020. De situatie is gelijk aan die in 2016.
Cor Pierik van het CBS benadrukt de informatie over bedrijfsopvolging gaat over familiebedrijven. „De BV’s hebben we daarover geen vragen gesteld. Daar geldt een andere bedrijfsstructuur.” In 2020 waren er ruim 52 duizend landbouwbedrijven. Van de 27.000 ondervraagde agrarische familiebedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder heeft 59% (16.000 bedrijven) geen opvolger. Zoom je in op de sierteelt dan is de belangstelling bij jongere generaties nog lager. In zowel bij de snijbloemen als bij de groep pot- en perkplanten is op 22% van de familiebedrijven kans op een bedrijfsopvolger. In de boomkwekerij is dit 21% en in de glasgroenteteelt 21%
Grote bedrijven meest in trek kans op opvolging
Vooral bij kleine en zeer kleine bedrijven is er vaak geen opvolger beschikbaar. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er een bedrijfsopvolger was. Woordvoerder Pierik van het CBS weet dat kleine bedrijven vaak neveninkomsten hebben. Die inkomsten tellen in de Landbouwtelling niet mee. Bedrijven met een jaaromzet uit agrarische activiteiten lager dan €25.000 typeert het CBS als ‘zeer klein’. Is de jaaromzet tussen €25.000 en €100.000, dan is het volgens CBS een klein agrarisch bedrijf. Middelgroot ben je als het bedrijf tussen de €100.000 en een half miljoen euro omzet, daarboven ben je voor het CBS een groot bedrijf.
Meer info van het CBS over bedrijfsopvolging in de agrarische sector vind u hier.