Nederland wordt steeds ondernemender. Deze trend is ook te zien in het aandeel vrouwelijke en etnische ondernemers. Hun aantal groeit langzaam.
Het aandeel vrouwelijke ondernemers steeg van 31,3% in 2007 tot 32,2% in 2012. Het aandeel etnische ondernemers steeg in diezelfde periode van 14% tot 16,1%. Daarmee maken deze bevolkingsgroepen een steeds groter deel uit van ondernemend Nederland. Dit blijkt uit de Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2013, uitgevoerd door Panteia.
Ondernemersquote
Onder vrouwen is de ondernemersquote (percentage ondernemers in de beroepsbevolking) in vijf jaar tijd toegenomen van 6,1% tot 7,4%, onder allochtonen van 6,7% tot 8,5%. Zowel de vrouwelijke als de etnische ondernemers zijn sterk vertegenwoordigd in zakelijke dienstverlening, handel en reparatie. Opvallend is de verschuiving in branchespreiding onder de generaties etnische ondernemers. De eerste generatie is in 2011 sterk vertegenwoordigd in de horeca en handel, terwijl de tweede generatie sterker vertegenwoordigd is in ’hoogwaardige sectoren’.
Kleiner
De bedrijven van vrouwelijke en etnische ondernemers zijn doorgaans kleiner dan die van mannelijke en autochtone ondernemers, zowel op het gebied van personeel als omzet. Dit hangt mogelijk samen met de sectoren waarin zij actief zijn. Vrouwelijke ondernemers realiseren een lagere omzet dan mannelijke: 51% van de vrouwen heeft in 2011 een omzet lager dan €50.0000, tegenover 23% van de mannen. De omzetverschillen tussen etnische en autochtone ondernemers zijn aanzienlijk kleiner: 36% van de etnische ondernemers heeft een omzet lager dan €50.000 tegenover 32% van de autochtone ondernemers.