’De wegwerpbol heeft zijn langste tijd gehad’, daarmee verklaart Heilien Tonckens de revival van de stinzenbollen. Die hoef je immers maar één keer in de grond te stoppen, om er vervolgens tientallen jaren van te kunnen genieten?
Van Tonckens verscheen onlangs de Basisgids Stinzenplanten, waarin ze honderdtwintig stuks van dit type planten bespreekt. Tuin en Landschap koos haar als Groene Gast van nummer 5.
Eens erin, nooit eruit
„Stinzenplanten zijn voorjaarsbollen die onder begeleiding goed kunnen verwilderen. Het ’eens erin, nooit meer eruit’-principe past goed in een natuurlijke manier van tuinieren’’, verklaart Tonkens verder. Zo zijn de sneeuwklokjes en de bonte krokussen in het grasveld achter de auteur, de nazaten van de bollen die de tuinmannen er honderd jaar geleden al hebben geplant. Tonckens staat voor de Martenastate in het Friese Koarnjum om precies te zijn.
Oude kruidenvegatie niet vervuilen
„Zo’n oude kruidenvegetatie verdient ons respect’’, vindt Tonckens. „Net zoals we heel oude bomen waarderen.’’ Volgens haar is het daarom belangrijk om zo’n vegetatie niet te vervuilen met moderne cultivars, die qua bloeiwijze kunnen afwijken van de oorspronkelijke planten.
Zoals gezegd is Tonckens de Groene Gast van Tuin en Landschap 5. U kunt dit interview hier ook digitaal lezen (met inlog).