Museum de Zwarte Tulp toont van 17 januari tot en met 14 april een kleine selectie schilderijen en tekeningen van tulpen en andere bloemen van Hendrik Valk (1897-1986). De kunstwerken zijn tot op heden nog nooit op een afzonderlijke tentoonstelling te zien geweest.
De expositie is samengesteld door Caroline Roodenburg en Else Valk, die ter gelegenheid hiervan in een kleine publicatie herinneringen aan haar vader heeft opgehaald. ‘De bloemen die mijn vader schilderde, zijn eigenlijk heel anders dan de traditionele bloemstillevens die we van veel kunstenaars kennen’, zegt Else Valk. ‘Mijn vader stileerde de bloemen in rechte lijntjes en isoleerde ze uit hun omgeving – de achtergrond liet hij helemaal wit. Zo concentreerde hij zich op de hoofdzaak’.
In Leiden, waar Valk opgroeide en als jonge kunstenaar met moderne stijlen experimenteerde, maakte hij rond 1918 kennis met Theo van Doesburg van De Stijl, de kunstbeweging die wereldberoemd werd door de abstracte composities van onder andere Van Doesburg en Piet Mondriaan. Wat deze Stijl-kunstenaars beoogden, was een ‘pure’ kunst van uitsluitend geometrische kleurvlakken en lijnen, gezuiverd van de alledaagse werkelijkheid. Met deze composities zouden ze, naar hun rotsvaste overtuiging, op den duur zelfs bijdragen aan een betere, harmonieuze samenleving.
Valk zou zijn eigen weg gaan en met grote regelmaat bloemen schilderen, waaronder tulpen en rozen, en de veldbloemen die zijn vrouw Tanja graag plukte. ’Elke keer als mijn moeder weer een nieuw boeketje in de kamer had gezet zei mijn vader: Tanjoes! Hou op. Nu moet ik weer gaan schilderen.’
Bron en foto’s: Museum De Zwarte Tulp