Een meerderheid van de Nederlanders vindt een betere leefomgeving belangrijk. Tegelijk zijn er zorgen om de betaalbaarheid van het beleid en om de verdeling van de lasten. Dat blijkt uit het tweejaarlijkse rapport ‘Balans van de Leefomgeving’ van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Volgens het rapport heeft de Nederlandse overheid het nodige beleid ontwikkeld om de grote leefomgevingsproblemen aan te pakken. Een structurele kanteling is echter nog niet ingezet. Het gaat nog steeds niet goed met de leefomgeving en de opgaven op het vlak van onder meer klimaat, natuur, grondstoffengebruik en woonomgeving worden alleen urgenter. „De overheid blijft aan zet, maar de beleidsambities kunnen alleen slagen als die overheid daarbij ook de aansluiting bij de burger weet te vinden,” aldus het PBL.
Gezonde leefomgeving
Volgens het PBL moet de overheid meer verantwoordelijkheid nemen voor collectieve zaken zoals een stabiel en duurzaam energiesysteem, een robuust natuurnetwerk en een gezonde leefomgeving. Daarenboven moet ze burgers de ruimte en mogelijkheid bieden om in beweging te komen en stappen te zetten voor de eigen leefomgeving. Een echte kanteling richting een betere leefomgeving is alleen mogelijk als de bredere samenleving in beweging komt, aldus het rapport.
Zorgen om betaalbaarheid
Uit het publieksonderzoek blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders een betere leefomgeving belangrijk vindt, maar zich ook zorgen maakt om de betaalbaarheid van het beleid en om de verdeling van de lasten.
Daarbij zijn er de nodige verschillen: zo maken respondenten met een beneden modaal inkomen zich vaker zorgen over de kosten van de energietransitie en de betaalbaarheid van duurzaam voedsel. Lager opgeleiden zijn eerder geneigd te vinden dat de inzet voor de leefomgeving wel voldoende is. Ook zijn er verschillen tussen jongeren en ouderen en tussen stadsbewoners en bewoners van het landelijk gebied. Van een tweedeling is volgens het BPL nog geen sprake.
Aansluiting bij burger
„Wat het aanpakken van grote problemen betreft is er de afgelopen jaren in ons land veel beleid ontwikkeld”, stelt Hans Mommaas, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving. „Maar de burger is daarbij nog te weinig in beeld. Enerzijds lukt het de overheid nog maar mondjesmaat om burgers te betrekken bij het beleid en hen te motiveren zelf een bijdrage te leveren, de zogenaamde ‘voorlopers’ uitgezonderd. Anderzijds wordt er te veel van individuele burgers verwacht.”