Britse wetenschappers wezen op een bosbouwcongres alweer naar Nederlandse import van plantmateriaal. Volgens hen versnelt zulke handel de introductie en verspreiding van schadelijke ziekten en plagen in Europese bossen.
Met name vanuit het Verenigd Koninkrijk wordt de laatste jaren vaker beschuldigend gewezen naar de Nederlandse plantenhandel. Britten zeiden eerder dat schadelijke organismen door die handel op hun eilandengroep is terechtgekomen.
„Alleen Nederland importeert al bijna 200 miljoen planten per jaar. En er is sinds 1995 een stijging in het aantal planten dat vanuit Azië wordt geïmporteerd. Dit is nu de bron van veel nieuwe ziekten en plagen in Europa”, zei professor Steve Woodward, van de Universiteit van Aberdeen, tijdens een bosbouwcongres op internet.
Volgens Woodward is de internationale plantenhandel de belangrijkste route voor uitheemse organismen, om zich te kunnen introduceren in Europa. Klimaatverandering begint nu ook een effect erop te hebben. „De breedtegraad waarbij organismen kunnen overleven, schuift op naar het noorden.”
In gebieden waar organismen oorspronkelijk leven, kunnen ze onschadelijk zijn voor inheemse bomen. Maar in andere gebieden kunnen ze dodelijk zijn, aldus professor Hugh Evans, eveneens van de Universiteit van Aberdeen. De introductie van het dennenhoutaaltje (Bursaphelenchus xylophilus) in Portugal, vanuit Amerika of Azië, is volgens Evans een perfect voorbeeld.
Evans meent dat het dennenhoutaaltje zich vanuit Portugal verder in Europa verspreid. De kans op introductie in Nederland, via import van Portugees schors, is volgens de NVWA echter klein. Dat is eerder ingeschat op basis van een risicobeoordeling.