Gewasbeschermingsmiddelen moeten duurzamer worden. Biologische middelen die werken op basis van nuttige micro-organismen en insecten krijgen daarom de voorkeur van de Europese Unie en de Nederlandse overheid. Maar door de Europese regelgeving is de toelating van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen onnodig duur, stug en tijdrovend is. Daardoor komen er minder duurzame middelen op basis van micro-organismen op de markt. Dit staat een snelle groene transitie van de landbouw in de weg. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van onder meer Wageningen University & Research.
Het onderzoek richtte zich op de relevantie van bepaalde Europese voorwaarden bij de toelating van biologische bestrijdingsmiddelen. Daarbij gaat het onder meer om voorwaarden rond persistentie. Een belangrijke conclusie is dat de eisen voor deze middelen in een groot aantal gevallen te strikt zijn. De toelating van biologische bestrijdingsmiddel kan daardoor op dit moment wel 5 jaar duren.
Biologische middelen zouden op een andere manier beoordeeld moeten worden dan chemische bestrijdingsmiddelen. Op dit moment is dat niet het geval. Daardoor blijft het aanbod van duurzame gewasbeschermingsmiddelen achter. Om daadwerkelijk stappen te kunnen maken naar een duurzame landbouw, moet de toelating van biologische middelen sneller en goedkoper worden.
Het onderzoek is uitgevoerd in het project ‘Kennisopbouw en integratie ten behoeve van efficiënte ontwikkeling en toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen’ en werd gefinancierd door de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen.