Diverse Nederlandse gemeenten zijn bezig met het vaststellen van een eigen, soepelere PFAS-norm. Dat blijkt uit een inventarisatie door BNR. Volgens de nieuwszender gaat het onder andere om de gemeenten Amersfoort, Dordrecht, Helmond en Nieuwegein.
Gemeenten mogen dit doen op basis van het Besluit bodemkwaliteit. Volgens dit besluit mogen gemeenten binnen hun eigen beheersgebied afwijken van de landelijke norm. Hiervoor moeten wel goede argumenten gelden, en ook moet de aangepaste norm worden vastgesteld door de gemeenteraad.
Afhankelijk van de achtergrondwaarde binnen een gemeente, of lokale maximale waarde, mag worden afgeweken van de strenge detectienorm van 0,1 microgram PFAS per kilo grond. De aangepaste norm geldt alleen voor grondverplaatsing binnen de eigen gemeenten. Er kan dus geen grond van buiten worden ingevoerd op basis van deze lokale normen.
Landelijke norm
Het wachten is uiteindelijk op een landelijke norm. Deze zal door het kabinet worden vastgesteld op basis van de meetgegevens van het RIVM. Tijdens de protestactie op het Malieveld bleek al dat veel demonstranten er niet gerust op zijn dat het kabinet met een werkbare norm komt.
Wegenbouwer Barend van Kessel, tevens bestuurslid van Bouwend Nederland: „Ik denk dat het kabinet nog steeds de ernst van de zaak niet inziet.” Vooral de uitspraak van staatssecretaris Van Veldhoven dat ze de PFAS-norm in stappen wil verruimen, baart hem zorgen: „Dat gaat veel tijd vergen en die tijd hebben we niet want onze auto’s staan nu stil.”
Als werkbare PFAS-norm noemt Van Kessel 5 microgram per kilo grond. „Dan kan 90% van de projecten weer doorgang vinden. Dus zolang het kabinet daar niet mee komt, zijn wij niet geholpen.”