Er zijn weinig siergewassen die in korte tijd zo populair zijn geworden en nog steeds in populariteit winnen als de zonnehoed, de volksnaam voor Echinacea. Het geslacht telt negen soorten en behoort tot de Asteraceae. Van oorsprong groeit dit geslacht op de prairies en in open bossen van oostelijk en centraal Noord-Amerika tot aan Canada. Vanuit Virginia kwam de plant rond 1680 naar Europa.
Bij de Indianen stond met name Echinacea purpurea bekend als geneeskrachtige plant en dat was ook de eerste reden voor introductie in Engeland. In zijn ‘Plantarum Historiae Universalis Oxoniensis’ (vol. III) noemt Robert Morison, prof. Botanie in Oxford, de paarse zonnehoed ‘Bite of the devil’ en wetenschappelijk Dracunculus virginianus latifolius petalis florum longissimis purpurascentibus. Ook andere botanici bedachten beschrijvende namen. Het was Linnaeus die in 1753 kwam met Rudbeckia purpurea naar Olaf Rudbeck, een bevriende botanicus. Tegenwoordig is het echter Echinacea purpurea naar de beschrijving uit 1794 door Moench.
Gevuldbloemige soort
Rond 1895 was de plant al populair als medicinale tuinplant, maar kreeg hij ook gestalte als siergewas. Pas rond 1960 begon in Duitsland een veredelingsprogramma rond Echinacea purpurea. In de jaren ’80 en ’90 steeg de populariteit, zeker toen ‘Magnus’ in 1998 tot plant van het jaar werd verkozen. Tot 2003 werden vooral Echinacea purpurea- rassen geteeld. Toen vond Van Winsen uit Warmond een gevuldbloemige tussen zijn zaailingen. Van Noort uit Warmond heeft deze in de markt gezet als ‘Razzmatazz’.
Al in 1968 werd gepubliceerd over de mogelijkheid van soortkruisingen binnen Echinacea, maar pas in 1995 ging Jim Ault van Chicago Botanic Garden hier tests mee doen. De gele Echinacea paradoxa werd gekruist met Echinacea tennesseensis en leverde oranje- en pastelkleurige nakomelingen. Saul Nursery, Georgia kopieerde dit met als basis Echinacea purpurea. Dat leverde hem langstele rassen op met ook een langere levensduur.
Sinds 2003 komen er elk jaar wel een paar nieuwe rassen bij. De ene veredelaar richt zich op kleur, de andere op gevuldbloemigheid, op compacte groei en ga zo maar door. De veredelaar van de MOOODZ-serie richt zich ook op de vermeerdering en bloei-inductie. Met de MOOODZ-serie die uit weefselkweek wordt vermeerderd, wordt in relatief korte tijd een volle plant met veel uitlopers gekweekt met weinig uitval. MOOODZ telt momenteel elf rassen. Vorig jaar werden er drie nieuwe gelanceerd waaronder de blauwroze topper Courage.
Plantenpaspoort
Naam: Echinacea purpurea ‘Hilmoocour’ MOOODZ COURAGE
Kenmerken: vaste plant tot 50 centimeter hoog; blad ovaal met spitse top; bladgrootte tot 5 x 15 centimeter; bladoppervlak ruw; bloeiwijze hoofdje, enkelbloemig; bloeiwijze doorsnede tot 10 centimeter; bloemkleur blauwroze met oranjebruin hart
Herkomst: Noord-Amerika, Canada
Houdbaarheid: vaste plant
Verkrijgbaarheid: vanaf juli
VBN-nummer: 361736
Veiling: FloraXchange
Verzorging: de plant heeft van nature een hoge droogteresistentie; hij houdt van grond die kalk- en magnesiumrijk is en goed gedraineerd; ook houdt hij van ruimte om zich heen
Tekst: Leo Miedema, Floricode.com | Foto’s: Fotostudio GJ Vlekke
Dit artikel verder lezen?
Nog geen abonnee?
Uw voordelen
- Het betrouwbare vakblad tien keer per jaar bij u op de deurmat
- Vakinformatie over alle facetten van de bloemendetailhandel, de bedrijfsvoering, productpresentatie, verkoop en personeelsbeleid
- Toegang tot online besloten artikelen en data
- Exclusieve toegang tot digitale vakbladen database