Uit een grootschalige inventarisatie door Terra Nostra blijkt dat het aantal eikenprocessierupsen sterk is toegenomen. Op sommige plaatsen zijn er drie keer zo veel rupsen als in het piekjaar 2018. Van de bomen die preventief bespoten waren met Bacillus thuringiensis (BT) was 25% aangetast, van de onbehandelde bomen 75%. Dat meldt het Kenniscentrum Eikenprocessierups.
De afgelopen dagen heeft Terra Nostra 20.000 eiken in het midden en oosten van Brabant, het midden en oosten van Gelderland en in de kop van Noord-Limburg geïnspecteerd op de aanwezigheid van processierupsen. Van de 11.500 geïnspecteerde eiken die niet preventief bespoten zijn, is dit jaar 75% aangetast door eikenprocessierupsen. De aangetaste bomen hadden meestal meer dan één nest per boom (80%).
In de regio Amsterdam deed Terra Nostra een inventarisatie van nog eens 3.500 bomen. Daar bleek ongeveer eenderde van de bomen aangetast. De regio’s met relatief weinig eiken, zoals Noord- en Zuid-Holland, lijken dit jaar ook een toename te kennen in de populatie. Maar in vergelijking met de regio’s met veel eiken nog altijd veel minder.
Invloed van beheersmaatregelen
Gebieden waarin preventieve beheersmaatregelen zijn genomen, geven een stabieler beeld. Van 8.500 geïnspecteerde eiken die preventief bespoten waren met een bacteriepreparaat op basis van Bacillus thuringiensis, blijkt 25% beperkt aangetast te zijn. De nesten in deze bomen zijn doorgaans kleiner van formaat. De directe omgeving van de bespoten eiken waarop geen preventieve bespuiting heeft plaatsgevonden, laten wel een toename van de populatie zien.
Op grond van de eerste inspectieresultaten in drie provincies schatten de experts van het Kenniscentrum dat ook in andere delen van Nederland met veel eiken een zelfde mate van toename van de populatie heeft plaatsgevonden. De bevindingen zijn ook in lijn met de voorspellingen op basis van vlindertellingen van vorig jaar.
Ook in bossen
Opvallend dit jaar is dat ook bossen met veel eiken grote populaties kennen (doorgaans worden vooral eiken langs lanen). Soms blijkt meer dan 50% van de eiken aangetast te zijn. Aantastingen in bossen op zo’n schaal is in voorgaande jaren niet gezien. Het is nog onduidelijk waarom nu ook bossen gekoloniseerd zijn met eikenprocessierupsen.
Een mogelijke verklaring is dat de vlinders bij het uitvliegen vorig jaar, door het grote aantal vlinders, gedwongen werden om nieuwe gebieden te koloniseren. De vlinders vlogen vorig jaar ook uit in een warme en droge periode. Doordat bossen vochtiger en koeler zijn, waren ze mogelijk ook geschikter om daar eipakketjes af te zetten.
De grond in
Door de extreme warmte afgelopen dagen graven de rupsen zich op veel plaatsen in aan de voet van de stam. De temperatuur in de grond is daar beduidend lager dan in de boom. De kans bestaat dat ze daar in verlengde diapauze gaan. Dit kan betekenen dat ze pas volgend jaar of over een paar jaar weer tevoorschijn komen. Of en op welke schaal dit plaatsvindt, is nog onbekend. Het in de grond kruipen gebeurt vooral bij jonge en halfwas bomen die volledig in de zon staan en niet voldoende beschutting bieden.
Door de zeer hoge temperaturen verloopt de ontwikkeling van de eikenprocessierups sneller dan normaal. Veel rupsen bevinden zich al in het zesde larvestadium en zullen spoedig gaan verpoppen. Dit is te zien aan het dichter worden van de nesten. Mogelijk dat half juli al de eerste vlinders uitvliegen en hun eipakketjes in de bomen af gaan zetten. De belangrijkste vliegperiode zal zoals het er nu uit ziet rond 6 augustus plaatsvinden.
Feromoonvallen
Door in juli tot en met september met feromoonvallen vlinders te vangen, is een beeld te verkrijgen van locaties waar volgend jaar de hotspots te verwachten zijn. Gemeenten en provincies die vorige jaar met feromoonvallen gewerkt hebben, hadden dit jaar een veel beter beeld van de te verwachten plaagdruk en kunnen de gegevens van 2019 vergelijken met 2018 en inzetten voor de motivering van beheermaatregelen in 2020.
Door nesten al voor het uitvliegen te verwijderen, voorkom je nieuwe eiafzet. Door het gebrek aan bestrijdingscapaciteit en het grote aantal nesten is het op grote schaal uitvliegen van de vlinders echter niet te voorkomen. Ook na het uitvliegen is het belangrijk om de nesten te verwijderen, omdat deze nesten vol met brandharen zitten en nog steeds tot overlast kunnen leiden voor de omgeving. Uiteindelijk vallen de half vergane nesten veelal door wind, regen of sneeuw uit de bomen, waarna de haren zich in de omgeving verspreiden en de komende tijd en jaren overlast kunnen veroorzaken.
Jammer dat jullie net als veel andere media voor een spectakeltitel hebben gekozen. Kijk maar in de eerste alinea: “Op sommige plaatsen zijn er drie keer zo veel rupsen als in het piekjaar 2018”.
Verbazingwekkend dat er elk jaar te laat begonnen wordt hier mee,maar ook bezuinigd is op de bestrijding.door eerder een inspectie uit te voeren,kan je voor de vervelling er al bij zijn,en zijn eer geen haren te vinden.
Op mijn werk heb ik een divers bomen bestand en mezen,heb ook geen processie rups gezien hierdoor
Mondcultures zijn daarom slecht in straten,is ook bewezen door boom verzorgers
m.lensink