Afgelopen week ben ik naar het tuinenfestival van Chaumont-sur-Loire geweest. Een plek die al lang op mijn lijstje staat. Helemaal nu er vier Nederlandse inzendingen zijn en vakblad Tuin en Landschap er ook uitgebreid verslag van deed, moest ik er heen. Met hoge verwachting plande ik mijn trip. Een leuke gîte in de buurt geboekt. Een kleine week geblokt in de agenda, en hop daar gaan we.
Het kasteel is als in een sprookje, pronkerig uittorenend over de Loire. Niet gebouwd te verdediging, maar eerder ter pronk en vermaak. Met daaromheen een landschapspark met de grootste imposante ceders en honderd jaar oude knot-lindelaan met een prachtig uitzicht over de Loire.
Vanuit het dorp Chaumont-sur-Loire is een ingang, waar je opmerkelijk genoeg in het Nederlands geholpen wordt, waarna je langs een stijgend pad langzaam het park in wordt geleid.
Boven aangekomen nodigen de paden je uit om heerlijk over de gronden te struinen en de ene ontdekking na de andere te doen. Op het domein zijn diverse land-art installaties gemaakt. Allerlei beelden die ik kende van het zoeken naar streefbeelden, voor verschillende van mijn projecten, kwam ik hier in het wild tegen. Beelden die ik niet associeerde met deze plek, maar eerder met Google. Daarnaast nog talloze andere onbekenden, die het kennen waard zijn.
Tijdens het wandelen over de gronden stuit je op oude relicten die je een inzicht geven over hoe het leven op deze ‘berg’ was. Zo liepen we tegen een honden- en apenbegraafplaats aan, van voormalig eigenaars. Hier lag zowaar zelfs een knuffel-olifant begraven. Verder wandelend kom je in het hart van het domein, de tuinen. En die moet je toch zeker zelf gaan ervaren.
Plan ook een bezoek aan Chaumont-sur-Loire, het is zeer de moeite waard.