Het Nederlandse bosareaal met fijnspar neemt af door een combinatie van natuurlijke factoren.
Fijnspar (Picea abies) kan niet zo goed tegen klimaatverandering, met name tegen de steeds drogere zomers. „Fijnspar heeft bij voorkeur een hoge luchtvochtigheid en een bodem met een goede vochtvoorziening”, legt Martijn Boosten van kennisinstituut Probos uit. „Op droge bodems en bij een lage luchtvochtigheid groeit fijnspar slecht en is hij vaak weinig vitaal.” Daardoor worden volgens Boosten steeds meer groeiplaatsen ongeschikt voor fijnspar.
Daarnaast is de letterzetter aanwezig in Nederlandse bossen, een schorskever die al veel fijnspar in Duitsland heeft aangetast. De letterzetter tast inmiddels ook bomen in Nederland aan, maar vooral oudere, aldus Boosten. „Hij laat de jonge bomen ongemoeid.”
Door de combinatie van droge zomers en de letterzetter zal de fijnspar niet uit Nederland verdwijnen, is de verwachting bij Probos. „Maar het areaal zal wel flink afnemen.”
’Dode fijnspar verhoogt biodiversiteit’
Afgestorven fijnspar is echter goed voor de natuurlijke ontwikkeling in een bos, aldus Leo Linnartz van ARK Natuurontwikkeling op de Wageningse site Nature Today. „Zo’n natuurverschijnsel verhoogt juist de biodiversiteit in het bos. Dode bomen zorgen voor nieuwe open plekken. Daardoor dringt er meer zonlicht door en leven er andere soorten.”
Foto: ARK Natuurontwikkeling