Bij meer zonlicht zijn tropische planten sneller te telen, ook al reageert het ene gewas daar anders op dan het andere. Dit blijkt uit onderzoek Business Unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research.
Veel groene potplanten worden geteeld onder omstandigheden met weinig direct zonlicht. Dat heeft te maken met de oorsprong van de planten: ze leven bijvoorbeeld op de bodem van een regenwoud. Maar stel dat een kweker van groene potplanten in een kas wél meer licht toestaat in de teelt, wat zijn dan de gevolgen voor de productie en de kwaliteit? De Business Unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research ontdekte dat de ene soort er beter mee om kan gaan dan de andere.
Voor het onderzoek werden gedurende de zomer en najaar enkele variëteiten van twee soorten groene planten onderzocht: dracaena en calathea. De planten stonden in twee verschillende afdelingen met diffuus glas op de proeflocatie in Bleiswijk. In de ene afdeling werd – zoals gebruikelijk in deze teelt – veel geschermd om een overdaad aan zonlicht te voorkomen. In de andere afdeling werd dat scherm minder gebruikt: daar kregen de planten gedurende 5 maanden 80% meer zonlicht.
Kwekers kunnen sneller planten telen
Daar bleek de calathea beter tegen te kunnen dan de dracaena. De calathea produceerde 20% meer bladgewas. Goed nieuws dus voor kwekers van dit gewas: minder schermen zorgt voor een hogere productie. Kwekers kunnen dus hun teeltcyclus verkorten en daardoor meer planten per jaar kweken. Maar het percentage van 20% geeft wel aan dat de plant soms te maken had met stress. Anders was de productie met maximaal 80% toegenomen. In andere gewassen – zoals tomaat – geldt immers het principe ‘1 procent licht is 1 procent productie’.
Stress
Stress betekent dat de plant het teveel aan zonlicht niet kan omzetten in fotosynthese en dus niet meer CO2 uit de lucht kan omzetten in suikers. Het overschot aan licht wordt daardoor omgezet in warmte en in licht met andere golflengtes (fluorescentie). De fluorescentie is ook op meerdere momenten gemeten om te bepalen wanneer er stress optreedt. Deze opgedane kennis biedt handvatten voor het verbeteren van de teelt van lichtgevoelige potplanten.