Onvoldoende aanbod van geschikte panden, hoge huurprijzen en de strikte huurwetgeving maken dat webwinkeliers noodgedwongen kiezen om winkels buiten dorps- en stadscentra te openen. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek door de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Seinpost Adviesbureau, dat 27 maart werd gepresenteerd.
Beide organisaties onderzochten de vestigingsbehoeften van meer dan 350 bedrijven die als webwinkel gestart zijn. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en de Kamer van Koophandel.
Uit het onderzoek blijkt dat de meerderheid van de webwinkeliers een eigen winkel, pop-up store of shop-in-shop bij voorkeur opent in een stads- of dorpscentrum met tenminste honderd winkels en een (boven)regionale aantrekkingskracht. Noodgedwongen vestigt toch 38 procent van de webwinkels een eigen winkel op een bedrijventerrein. ,,Om webwinkels beter te faciliteren bij het openen van (tijdelijke) winkels in winkelgebieden is meer samenwerking tussen vastgoedeigenaren, makelaars, centrummanagers en beleidsmakers nodig’’, zo stelt Jesse Weltevreden, lector Online Ondernemen van de HvA.
Kleine pandenWebwinkels zijn voor de vestiging van een eigen winkel of pop-up store vooral op zoek naar de wat kleinere winkelpanden (tot 100 m2) met een lage huur. De meerderheid van de webwinkels wil voor een eigen winkel maximaal €80 per vierkante meter per jaar betalen en voor een pop-up store minder dan €250 per week. Een shop-in-shop openen webwinkels het liefst in een fysieke winkel die zich primair richt op de (tijdelijke) verhuur van schap- en/of winkelruimte aan (online) ondernemers.