In Nederland kan in 2030 meer dan drie keer zoveel aardwarmte worden gewonnen dan de 15 Petajoule (PJ) die minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat voor ogen heeft. Dat stelt de Dutch Association Geothermal Operators (DAGO). In een open brief aan de minister beschrijft de branchevereniging van uitvoerders van geothermische projecten in Nederland wat er nodig is om in 2030 geen 15 PJ, maar 50 PJ aan aardwarmte uit de bodem te halen.
Met haar schrijven aan Wiebes reageert DAGO op de beleidsbrief Geothermie die Wiebes vorig maand naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De brancheorganisatie noemt de brief, waarin de minister zijn beleid rond geothermie voor de komende jaren uitstippelt, ”een belangrijke mijlpaal die naar de toekomst kijkt”. DAGO onderschrijft de ambitie van Wiebes om de ontwikkeling van geothermie in Nederland te versterken en te versnellen, maar vindt tegelijkertijd dat die ambitie flink wat scherper gesteld kan worden.
Nederland telt momenteel vijftien actieve aardwarmteprojecten die volgens DAGO jaarlijks 3 PJ aan warmte opwekken, goed voor een CO2-besparing van 175 Kiloton. In de loop van dit jaar worden naar verwahting vijf nieuwe installaties in bedrijf genomen. En in de twee daaropvolgende jaren zullen er nog minimaal elf nieuwe doubletten geboord gaan worden. „Met (veel) verdergaande afspraken en intensivering van de innovatie, achten wij een groei naar 50 PJ in 2030 haalbaar, wat overeenkomt met circa 175 doubletten en 2,9 Megaton CO2-besparing”, schrijft secretaris-generaal Martin van der Hout van DAGO. In 2050 is volgens hem zelfs een bijdrage van meer dan 200 PJ (11,6 Megaton CO2-besparing) denkbaar.
Maatwerk in garantieregeling aardwarmte
Om tot een grotere aardwarmteproductie te komen, zijn volgens DAGO nog wel een aantal maatregelen noodzakelijk. Zo moet de huidige garantieregeling RNES Aardwarmte meer maatwerk gaan bieden. De afgelopen jaren hebben projecten meer premie ingelegd dan dat eruit de regeling is uitgekeerd. De premie voor de RNES moet volgens DAGO daarom worden gerelateerd aan de toestand van de ondergrond (diepte, regio) en de ervaringen van geothermie in het doelaquifer.
Centraal loket voor vergunningen
Daarnaast pleit DAGO voor een centraal overheidsloket waar ondernemers die een aardwarmteproject willen starten, terecht kunnen voor alle benodigde vergunningen. Nu zijn er volgens DAGO nog vele overheden bij de vergunningverlening betrokken, wat het aanvragen tijdrovend maakt. Ook zijn de procedures en acceptatiecriteria soms onduidelijk.
Energie Beheer Nederland
Verder vindt DAGO onder meer dat het noodzakelijk is de warmtevraag snel te organiseren, de subsidieregeling SDE+ passend te maken en warmtenetten uit te rollen. Dat Wiebes een grotere rol ziet weggelegd voor Energie Beheer Nederland (EBN) – het staatsbedrijf zou financieel kunnen deelnemen in aardwarmteprojecten en kennis kunnen delen – juicht DAGO toe. De brancheorganisatie dringt er echter wel bij de minister op aan snel duidelijk te maken wat de rol en verantwoordelijkheid van EBN gaat worden.
Industriestandaarden
Zelf werkt DAGO hard aan onder meer de ontwikkeling van industriestandaarden, bijvoorbeeld voor grondwaterbescherming, corrosiebeheersing, beheersing van putintegriteit, ’assetmanagement’ en het ontwerp voor testwaterbassins. Uiteindelijk moet dat leiden tot een compleet managementsysteem. DAGO verwacht van Wiebes dat hij wet- en regelgeving daarop afstemt.
Congres in 2019
Daarnaast gaat DAGO, in samenwerking met het Platform Geothermie, volgend jaar het European Geothermal Congres organiseren. Hiervoor komen alle Europese belanghebbenden op het gebied van geothermie naar Den Haag om kennis en ervaring uit te wisselen.
Overigens is DAGO niet de enige die lovend is over Wiebes’ beleidsbrief Geothermie, maar deze tegelijkertijd niet concreet genoeg vindt. Eerder merkte voorzitter Sjaak van der Tak van LTO Glaskracht Nederland al op dat Wiebes’ brief „vooral proces en aankondiging” is.
Zie hier de gehele brief: https://www.dago.nu/nl/nieuws