Heerlijk vind ik dat. Eens in de zoveel tijd een korte cursus. Lekker effe de zinnen verzetten. Zo komt het dat ik op woensdagochtend in een zaaltje verschijn met acht vrouwen van middelbare leeftijd, zij-instromers met een passie voor planten, waar Sanne Horn, specialist in beplanting, ons wegwijs gaat maken in beplantingsmethodiek. Moet ik dit leuk vinden? Ik vrees met grote vrezen.
Niets blijkt minder waar! Al de eerste dag worden we uit de droom geholpen. „Een beplantingsplan is géén invuloefening!” De tweede dag worden we in het diepe gegooid. Een opdracht voor een museumtuin. Bedenk een thema en doe onderzoek naar planten die kenmerken van je thema hebben.
Ik ben meteen vertrokken. Arvo Pärt , dáár zou ik een tuin voor willen ontwerpen. Deze hedendaagse minimalistische componist maakt zulke mooie muziek! Maar hoe vertaal ik dat naar planten? Als ik erover nadenk lijkt het me niet zo moeilijk. Muziekinstrumenten produceren verschillende toonhoogtes die kort of lang klinken en hard of zacht. Dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Als ik die aspecten vertaal naar beplanting dan ben ik er. De ‘green composer’ is geboren.
Enthousiast ga ik aan het werk. Het hele idee wordt door cursusleider Sanne Horn direct de grond in geboord. Véél te subjectief! Geluid laat zich nu eenmaal niet één op één vertalen naar objectieve plantkenmerken. Tja, daar sta ik dan. Ze heeft natuurlijk gelijk. Want wat is het plantenkenmerk van een hoge C? Flauwekul natuurlijk!
„Muziek is een sensatie die jou kennelijk raakt”, aldus Sanne. „Welke sensatie raakt jou het meest in beplanting? Onderzoek die.” Daar kan ik het mee doen. Die vraag houdt me nu dus al dagen bezig. Wát is het dat beplanting een sensatie teweeg brengt. Wát raakt mij nou het meest in beplanting? De bloei? Vergankelijkheid? Lichtval?
Wat denkt u?
Zo…. middelbare leeftijd, jij durft Ruud!