Boombeheerders, adviseurs en onderzoekers reageren verbaasd op een middel dat volgens een loonbedrijf zou werken tegen essentaksterfte.
Roelofs Lemelerveld meldde op De Groene Sector Vakbeurs, vorige week in Hardenberg, dat het bedrijf „de oplossing” tegen Chalara fraxinea op de markt gaat brengen. Het zou gaan om „een biologische meststof die ervoor zorgt dat de schimmel uit zieke essen gaat.”
Dat nieuws van het bedrijf leidde op Twitter tot diverse reacties. „En het doet waarschijnlijk zelf onderzoek naar de effecten. En het werkt nu al”, twitterde bomenconsulent Hans Kaljee. Volgens hem een geval van de slager keurt zijn eigen vlees. In diezelfde strekking reageerde beheerder Herman Best: „Wij van WC-eend”, verwijzend naar het advies om het product uit eigenbelang te gebruiken.
Adviseur Maarten Windemuller reageerde nieuwsgierig. „Eerst zien, dan oordelen. Andere keurmeesters komen vanzelf kijken, daar kun je op wachten.”
Bomenexpert Thale Roosien verwees naar de introductie van DutchTrig, jaren geleden in de Amerika. Het was een middel tegen iepziekte dat in Nederland was toegelaten na uitgebreid testen. „We werden gewaarschuwd dat er in de VS veel nieuwe middelen geïntroduceerd worden. Ze noemen die slangenolie”, aldus Roosien. Een ander woord voor kwakzalverij.
’Niet achter wat precies is onderzocht’
Volgens onderzoeker Paul Copini van het Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) in Wageningen lijkt het middel tegen essentaksterfte „in theorie heel mooi, want dat zou een bijdrage kunnen leveren aan het behoud van de es. Maar dit klinkt bijna te mooi om waar te zijn.”
Bij het CGN vragen onderzoekers zich af wat er precies is onderzocht; hoe is men tot de conclusie gekomen dat de schimmel uit de boom verdwijnt? „We zijn er nog niet achter”, zegt Copini. „Maar het mooist is natuurlijk om op termijn weer essen te hebben die van nature tegen de schimmel opgewassen zijn. Daar blijven wij ons voor inzetten.”
Foto: CGN/Alterra