Ernst van den Ende van WUR vindt dat de Nederlandse tuinbouw zich in als een geheel – en niet gefragmenteerd – over de grens moet presenteren. Samenwerking met andere topsectoren is daarnaast een vereiste voor de Nederlandse tuinbouw.
Ernst van den Ende algemeen directeur Plant Science Group WUR en lid van het Topteam Tuinbouw en Uitgangsmaterialen was gisteren een van de sprekers op Westland Event in Naaldwijk. Ook directeuren Marco van Leeuwen van Rijk Zwaan, Richard ter Laak van Ter Laak Orchids en Wouter Kuiper van KUBO gingen in op het thema internationale kansen voor de Nederlandse tuinbouw en samenwerking. Hierover meer in het Vakblad van volgende week.
De wereldbevolking groeit; in 2050 zijn er 9 miljard monden te voeden. De welvaart neemt bovendien toe waardoor er ook meer voedsel verkocht kan worden in de toekomst. De komende 40 jaar dient er net zoveel voedsel geproduceerd te worden als de afgelopen 8000 jaar rekende Van der Ende voor. Dat biedt kansen voor Nederland.
Van der Ende is van mening dat de gouden driehoek tussen overheid, onderzoek en industrie zeventig jaar lang de succesfactor was de Nederlandse land- en tuinbouw. De productschappen zijn echter niet meer. Nu wordt er door onder meer professor Annemiek Roobeek van Nyenrode gepleit voor ecosystemen. Daarnaast reist Gemeente Westland de halve wereld over om de tuinbouw te promoten.
Volgens Van den Ende moeten we ons niet blindstaren op een sterk regionaal cluster als Westland of topsector tuinbouw. Nederland als geheel – een klein landje – is een sterke cluster. In een klein gebied liggen een groot aantal universiteiten. Samenwerking met ander topsectoren van bijvoorbeeld water, chemie, logistiek en energie is vereist. Het levert bijvoorbeeld nieuwe veredelingstechnieken op als crispr-cas, of kennis voer hightechsystemen als ledverlichting, robotisering en vertical farming.
„Samenwerken met nieuwe partners van buiten de sector is echt disruptief. ” Amazon, Alibaba en Google klopten bij WUR aan en doen projecten met de universiteit uit Wageningen omdat ze kansen zien in de tuinbouwsector, aldus Van den Enden.
Van den Ende: „Ecosystemen zijn prachtig, maar het is nog maar het begin. Zorg dat je je vleugels uitslaat. Ga je samenwerken met partners buiten het cluster dan zijn er internationaal heel veel mogelijkheden. In het buitenland zijn ze niet geïnteresseerd in allerlei verschillende merken. Ze willen geen fragmentatie van verschillende driehoekjes, ze willen Nederland. In het buitenland is niet uit te leggen dat Nederland met vijf merken of in verschillende handelsmissies langskomt”