Mijn grootste zorg

Het is alweer een tijd geleden dat ik mijn vingers op de toetsen legde om wat van me te laten horen. Tot mijn vreugde en misschien ook wel van nog een paar ben ik er nog wel en doe ik gewoon (nou ja gewoon?) nog mee.

Ben zelfs weer met een kwekerijtje bezig. Voor Keniaanse begrippen maar een snert klein spulletje, 3 ha, maar goed het heeft toch wel al mijn aandacht nodig.

Toen ik in 1994 in Kenia terechtkwam was het nog niet zo moeilijk. Als je de rozen op zijn kop in de grond stak (en sommige deden dat dan ook wel) dan nog kon je centen verdienen. Vijf jaar later moest je een goede kweker zijn en dan kon je voldoende verdienen.

Nog vijf jaar later en je moest een goede kweker zijn en een goede zakenman anders ging er meer uit dan dat er in kwam. Nu moet je al wat bijzonders hebben anders vecht je voor een verloren zaak. Iets bijzonders, zoals een apart gewas of een apart soort, of een speciale marktpositie hebben. Dat laatste is dan een directe markt die je het hele jaar moet kunnen bevoorraden met het gevraagde product voor de juiste prijs. Niet zo eenvoudig, want de markt verandert en je moet mee kunnen.

Dat is dan ook de reden dat de meeste hier naar groot gaan. Groot is dan 100 ha of meer. Je bent dan sterk genoeg om ook een speler te zijn in het spelletje van vraag en aanbod. Met 3 ha val ik duidelijk niet in die klasse.

Een product telen waar nog vraag naar is en wat het risico daardoor verlaagt. Want een risico is het wel, bloemen kweken. Waar het ook is. Afrika, Azië, Zuid-Amerika, Noord-Amerika en Europa. Menigen kunnen er over meepraten. Een gaatje hier of daar wordt zeer snel weer dichtgetimmerd.

Mijn grootste zorg is dat je als kleine producent, of als een oude term dat zegt ‘een eenmansbedrijf’, of dat nu bloemen zijn of groenten of fruit of kippen of eieren of wat dan ook op kleine schaal geteeld of geproduceerd wordt, geen schijn van kans hebt in de toekomst om er een snee onbelegd brood mee te verdienen.

Veel hardwerkende ‘kleine’ boertjes en kwekers en producenten kunnen niet mee met de ‘vooruitgang’. Supergrote supermarkten met speciale deals zo goedkoop mogelijk. De man met een paar koetjes of een klein bedrijfje kan niet meer mee doen, ook al werkt hij zich een slag in de rondte.

Het bedrijf van mijn vader was nooit groot of klein. Altijd een soort middenmaatje. Dat bedrijf heeft twee gezinnen groot helpen brengen. We waren niet rijk, maar ook niet arm. Met hard werken en zuinig doen konden we ons dagelijks brood op de plank verdienen en een goed leven leiden. Ben bang dat die tijd voorbij is of voorbij gaat.

Dat dit enorme gevolgen heeft voor de wereldeconomie en de wereldbevolking is naar mijn idee wel heel erg duidelijk. Een redelijke beloning voor je product (als bloemenkweker) ligt ten grondslag aan een voortzetting van je bedrijf. Als je moet verkopen voor minder dan de kostprijs dan moet je er mee stoppen. Eenvoudig geschreven, maar het heeft wel enorme gevolgen.

Als het om een sporadisch geval gaat dan oké; er kunnen heel duidelijke redenen voor zijn. Als het een trend is, iets waar iedereen mee te maken heeft, dan is het erg zorgzaam.
Joop Dame