Bruinrot duikt weer op

Bij een Westlandse aubergineteler is de bacterie Ralstonia solanacearum (bruinrot) vastgesteld. Het is niet de tropische variant van dit quarantaine-organisme die vorig jaar in anthurium en roos werd gevonden.

De aubergineteler ontdekte in mei stengels die verkleurden en gewassen die slap gingen. Hij liet plantweefsel in een lab testen en die waarschuwde de NVWA. Dit is verplicht bij een verdachte besmetting met bruinrot. Op 27 juni werd bevestigd dat het om Ralstonia solanacearum ging; de totale doorlooptijd voor het checken van een monster is 4-10 weken. De betreffende variant (race 3) van de bacterie wordt in Nederland onder andere in oppervlaktewater, aardappels en geranium gevonden. Ralstonia heeft een brede waardplantenreeks. In Nederland was hij echter nog nooit gevonden in aubergine. Het gaat om 1 bedrijf, de NVWA heeft geen signalen dat meerdere bedrijven betrokken zijn.

Onderzoeksvoorstel
LTO Glaskracht Nederland heeft samen met onder andere partijen als Plantum, NAK Tuinbouw, Wageningen UR, de gewascoöperaties roos en gerbera en vertegenwoordigers van enkele akkerbouwgewassen een projectvoorstel opgesteld voor onderzoek naar bruinrot. De zogenoemde PPS Ralstonia wordt voor 17 juli ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken. Eind oktober 2016 is bekend of ze voor 50% bijdraagt aan de kosten (begroot is 5 ton) voor deze Publiek-Private Samenwerking (PPS). Voornaam onderdeel van het onderzoek is de ontwikkeling van een quickscan, want tijd is belangrijke factor bij de besmetting met bruinrot.

Roos
Bruinrot in roos was tot vorig jaar nog nergens in de wereld vastgesteld. Dat betrof de tropische variant (race 1) van deze bacterie. Hij dook vorig jaar in mei/juni op bij een snijanthuriumteler en werd daarna ook gevonden bij enkele vermeerderaars en telers van kasrozen. Zeven rozentelers hebben gewassen geruimd; soms de hele kas, soms afdelingen. Controles in de rozenteelt zijn nog steeds actueel. De NVWA concludeert uit verwantschapsanalyse dat er geen verband is tussen de besmetting in roos en de eerder gevonden besmettingen in anthurium. Er is ook geen verband met eerdere vondsten van de tropische variant in een tomatenbedrijf en bij de potplant curcuma. De onderzochte besmettingen in roos hebben onderling wel een directe verwantschap. De bron van de besmetting heeft de NVWA nog niet gevonden, maar de zoektocht loopt nog steeds.

Aubergines vernietigd
De aubergineteler heeft de besmette planten en het besmette substraat inmiddels vernietigd. De komende weken gebeurt hetzelfde met nog eens 150 planten om het besmette gebied heen. In de kas van 5.700 m2 staan twee soorten aubergineplanten. Een ras is niet aangetast. De nog te oogsten vruchten mogen alleen op de eigen teeltlocatie verwerkt worden, voordat ze richting afnemers gaan. Ook zijn er extra hygiëne-maatregelen genomen. Er wordt nog onderzocht hoe de besmetting is ontstaan. Daarvoor worden onder andere watermonsters genomen, ook van oppervlaktewater.

De aangetaste aubergineplanten verwelken.