De provincie Gelderland hoeft het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) voor de herstructurering van de tuinbouw in de Bommelerwaard slechts op enkele punten aan te passen. Dat heeft de Raad van State op 11 mei geoordeeld in een zogeheten tussenuitspraak. Tegen het PIP waren 28 beroepen ingediend, waarvan het merendeel door het rechtscollege werd verworpen.
Nieuwvestiging en/of uitbreiding van glastuinbouw is volgens het PIP alleen mogelijk in aangewezen intensiveringsgebieden via een wijzigingsbevoegdheid van de provincie. Zodra de intensiveringsgebieden vol zijn, kan uitgeweken worden naar reserveconcentratiegebieden.
In extensiveringsgebieden is nieuwvestiging van glastuinbouw en paddenstoelenteelt in principe niet mogelijk. Bestaande bedrijven mogen hun totale oppervlakte eenmalig maximaal 20% uitbreiden.
De beroepen – van zowel tuinders, burgers als maatschappelijke organisaties – gingen over verschillende zaken, zoals: het aanwijzen van intensiveringsgebieden, de financieel-economische uitvoerbaarheid van het PIP en het herbestemmen van voormalige bedrijfswoningen. De provincie krijgt 26 weken om het PIP op enkele punten aan te passen. Later dit jaar zal de Raad van State daar weer uitspraak over doen.
’Erg blij’
Verantwoordelijk gedeputeerde Jan Jacob van Dijk beschouwt de uitspraak van de Raad van State als een bevestiging van het PIP. „Ik ben dan ook erg blij dat we nu met Zaltbommel, Maasdriel en Waterschap Rivierenland vervolgstappen kunnen zetten voor de gewenste herstructurering van de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard.”