‘Die kanten, dat kan echt niet hoor. Ze zijn op sommige plekken helemaal kapot gereden. Met zulke diepe sporen is maaien geen pretje.’ De klacht klinkt op de jaarvergadering van onze wegvereniging. ‘Als het zo moet dan stop ik er mee.’
Er kwam nog meer klein en groot leed ter tafel. De snelheid waarmee sommige autobestuurders rijden. ‘Kunnen we niet gewoon weer borden plaatsen met 60 erop?’ En de onoverzichtelijkheid van de bocht aan het begin van de weg. Het tuinmaterialenbedrijf aldaar zou zijn naam wat meer eer aan moeten doen door het welig groeiende groen te snoeien. ‘En anders moet er een verkeersspiegel op een paal komen.’ Dat kan ook ja.
Zo proberen we er met elkaar een mooie leef- en werkomgeving van te maken. Verantwoordelijkheid nemen en elkaar durven wijzen op wat niet goed gaat. Noaberschap noemen ze dat in het oosten van het land. Geven en nemen, oog hebben voor elkaar. Zoals de overbuurman via Whatsapp, toen hij zag dat we ons asbestdak saneerden. ‘Dak eraf, zonnepanelen erop? Matricaria ook duurzaam geteeld! Goed bezig!’ Helaas moest ik hem teleurstellen. Maar wel fijn dat hij meedenkt.
‘Is het misschien een idee om aan het begin en het eind van de weg camera’s te plaatsen? Dan weten we wie er op de weg komt, vooral als er ingebroken wordt is dat handig!’ We kijken elkaar aan. Big Brother? Willen we dat? Mag dat? ‘Kunnen we meteen trajectcontrole instellen voor de snelheid!’ roept een ander. Gelach klinkt. Nee, dat gaat hem niet worden. Je kunt ook overdrijven. Wat is het volgende? Een muur?
Intussen zijn de sporen in de berm nog best een groot probleem. Moet je er zelfs voor oppassen dat er geen ruzie door ontstaat. Natuurlijk, veel truckchauffeurs doen hun best, maar soms is de draai zó krap. En de weg verbreden is geen optie. Ja, misschien met grastegels en een beetje illegaal puin eronder.
‘Zo, je was gisteravond laat wakker!’
‘Viel toch wel mee?’
‘Ik zag na elven nog licht op jullie slaapkamer.’
‘…’
Noaberschap. Je moet het niet overdrijven…