Een van die onderwerpen die op ieder tuinbouwbedrijf hier in Ontario ter sprake komt is arbeid. Het is echt een ding om goede werknemers te vinden. Althans, ze zijn er wel, maar komen (oorspronkelijk) niet uit Canada, want Canadezen zijn net als Nederlanders niet zo heel enthousiast om in de tuin te werken.
Als het om arbeid gaat dan is het in de Canadese tuinbouw een beetje hetzelfde verhaal als in Nederland. In ons land werken mensen liever in andere sectoren en werklozen zijn met geen tien paarden de tuin in te krijgen. En als ze er dan al werken dan zijn ze snel weer weg.
In Canada is dat niet anders. Werken in de tuinbouw heeft niet de voorkeur van de Canadezen, vertellen de meeste tuinders die we tot nog toe bezocht hebben. Als ze plantjes moeten overpoten dan krijgen ze vieze vingers en dat vinden ze maar niks. Of ze dan de volgende dag wat anders mogen doen? Tja, daar kom je als ondernemer niet ver mee.
Goed personeel is een probleem. ‘Canadezen moet je niet hebben’, kregen we gisteren al te horen. Vandaag was het niet anders. De Canadezen zijn verpest, heette het. Nu betreft het niet alle Canadezen natuurlijk. Het gaat om de Canadezen die voorhanden zijn; zij weten niet wat werken is. De Canadezen die hun handen elders laten wapperen doen dat goed getuige de Canadese economie. Canada is een zeer welvarend land, een crisis heeft het land slechts kortstondig gekend. Met het arbeidsethos van de Canadezen zit het wel goed, alleen die tuin pruimen ze niet.
Nu zijn er uiteraard altijd uitzonderingen. Vandaag kwamen we bij Cosmic Plants van Neil en Mike Steekelenburg. Zij doen het met louter Canadezen en zijn er heel tevreden over. Maar dat ligt vooral aan hun teelt. In de phalaenopsiskassen is het nooit te warm en het werk niet vies. Canadezen werken er graag. Dus zij zijn in staat om goede ‘native’ arbeidskrachten te krijgen.
Bij andere bedrijven is dat anders. Die moeten terugvallen op immigranten of werkers uit het buitenland. In Hamilton is een grote Poolse gemeenschap en daar maakt de ene tuinder gebruik van. De ander verkiest immigranten uit Guatemala, Jamaica, Honduras, Vietnam of Cambodja en laat die tijdelijk voor zich werken. Via uitzendbureaus.
Een ander verkiest Mexicanen. Net als de familie Van Koeveringe van Spring Valley Garden. Aan het eind van de middag kwamen we daar en troffen er tientallen Mexicanen aan de pizza. Een van de eigenaren, John van Koeveringe, vertelde dat daar wel wat toeren voor uit gehaald moeten worden.
In Canada geldt: Canadian first en als bedrijf moet je tonen dat je er alles aan gedaan hebt om Canadezen te werven. En dat heeft Van Koeveringe dan ook gedaan. Advertenties gezet, een open dag gehouden etc. Op de open dag kwam welgeteld een Canadees en die bleek al gauw allergisch te zijn voor het een of ander.
De weg lag zodoende open voor de Mexicanen. Die willen echt werken. Maar om ze binnen te halen, moet je er wel wat voor doen. Er moet een programma gedraaid worden met de Mexicaanse overheid. De tuinder moet onder meer behuizing regelen.
Van Koeveringe heeft nu 75 Mexicanen in dienst. Ze schromen niet lange dagen te draaien; ze werken van ’s ochtends 7:00 uur tot ’s avonds 20:30. Alleen vrijdagavond en zaterdagavond werken ze niet. En als ze ’s nachts nodig zijn dan staan ze te dringen. Soms vechten ze erom.
We hebben het met eigen ogen gezien. Wat een arbeidsethos hebben die Mexicanen. Ongelooflijk. Het plukken van en het inleggen van de tulpen op de bosmachine was met het blote oog niet bij te houden. Ben benieuwd wat die Mexicanen zien als ze ’s avonds hun ogen sluiten. Als ze dan toch nog die tulpen zien, kunnen ze net zo goed ‘s nachts nog een paar uurtjes maken. Hebben ze echt geen problemen mee.