Tuinbouw, kassen, teler, kweker en tuinders zijn niet direct termen die bij burgers opkomen als ze aan de agrarische sector denken. Het percentage schommelt al jaren rond de 25% en komt in een enquête van TNS NIPO in 2015 uit op 23%.
Bijna de helft van de Nederlanders denkt bij de agrarische sector aan een boer, boerderij of boerenbedrijf en landbouw of akkerbouw. Ruim vier op de tien van de Nederlanders zijn enigszins bekend met de agrarische sector. Bijna een op de vijf is (zeer) goed bekend met deze sector. De bekendheid met de agrarische sector komt voor bijna drie op de tien Nederlanders doordat men woont of woonde in een agrarisch gebied.
Overige bevindingen
Wanneer de bekendheid met de sector stijgt wordt de agrarische sector ook beter gewaardeerd. Nederlanders die zeer goed bekend zijn met de agrarische sector waarderen de sector met een rapportcijfer van een 8,4. Op totaal niveau beoordeelt men de sector met een gemiddeld rapportcijfer van een 7,6.
De agrarische sector wordt positief gewaardeerd door het goede functioneren van de sector en er is waardering voor het harde werken. Kritiekpunten betreffen te weinig aandacht voor milieu en dierenwelzijn.
De bekendheid en waardering voor de agrarische sector ligt over het algemeen onder jongeren (18-34 jaar) lager. Dit is in tegenstelling tot de ouderen (55 jaar en ouder), waar de bekendheid en waardering juist hoger dan gemiddeld ligt.
Reactie Dijksma
In een reactie op de rapportage zegt staatssecretaris Dijksma: „Uit dit onderzoek blijkt opnieuw dat de Nederlander positief aankijkt tegen de rol die de agrarische ondernemer speelt in onze samenleving. Terecht! Je ziet wel dat jongeren wat minder waardering tonen dan ouderen. De sector moet dan ook blijven werken aan het behoud van maatschappelijk draagvlak.”