In woonomgevingen met meer natuurlijke elementen zoals groen of water hebben bewoners minder vaak last van angststoornissen dan in woonomgevingen die weinig natuurlijke elementen bevatten. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Environmental Research en het Trimbos-instituut.
In het onderzoek werd gebruik gemaakt van gegevens van NEMESIS-2 (Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2), een grootschalig bevolkingsonderzoek uitgevoerd door het Trimbos-instituut naar de psychische gezondheid van volwassenen. Voor dit onderzoek is uitgegaan van een representatieve steekproef van ruim 6600 personen die mondeling zijn geïnterviewd. Op grond van hun woonadres en het bestand Landelijk Grondgebruik Nederland (LGN) is bepaald hoeveel groen en water binnen 1 km van de woning voorkomt. Groen is daarbij breed opgevat: niet alleen park, maar ook bos, natuur en agrarisch gebied.
Stemmingsstoornissen
Angststoornissen komen minder vaak voor bij meer groen en/of water in de woonomgeving. Stemmingsstoornissen, waaronder depressie, komen alleen minder voor bij meer water. De hoeveelheid water in de woonomgeving hangt sterker samen met psychische aandoeningen dan de hoeveelheid groen.
Zo is bij 15% water binnen 1 km de kans op het hebben van een angststoornis 25% kleiner dan bij 5% water binnen 1 km. Ook voor de zelf gerapporteerde algehele gezondheid geldt dat de samenhang met water sterker is dan die met groen. Deze resultaten worden niet verklaard door de stedelijkheid (woningdichtheid) van de buurt of de sociaal-economische status van respondenten. De gevonden verbanden betekenen niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een oorzaak-gevolg relatie, maar andere studies bevestigen veel van de bevindingen.
Implicatie
In de praktijk zal het veelal niet mogelijk zijn om op korte termijn bestaande woonomgevingen van aanzienlijk meer natuur te voorzien. Wellicht kan de al aanwezige natuur hier en daar nog wel meer toegankelijk worden gemaakt. Verder valt het te overwegen om in de geestelijke gezondheidszorg meer bewust gebruik te maken van die bestaande natuur, zowel preventief als therapeutisch.