Vanaf 1 januari 2017 voortaan minimaal ’kieren’ in donkerteperiode

Per 1 januari 2017 verloopt er overgangsrecht in de lichthinderregels. Daardoor moeten alle glastuinders die tijdens de donkerteperiode belichten, de bovenzijde van hun kas afschermen met doek dat minimaal 98% van de lichtuitstraling tegenhoudt. In de praktijk mogen telers daardoor, afhankelijk van hun type doek, slechts een kier van 1 tot 2% trekken in de donkerteperiode.

Wie tijdens de donkerteperiode tot nu toe met 95%-doek zijn belichting afschermde – omdat dat was aangebracht vóór 1 januari 2014 – moet dat per 1 januari 2017 vervangen hebben. Dit overgangsrecht in de lichthinderregels van het Activiteitenbesluit vervalt op die datum.

De meeste tuinders die tijdens de donkerteperiode (en nanacht) belichten, gebruiken al een lichtscherminstallatie waarmee ten minste 98% van de lichtuitstraling kan worden gereduceerd. „In de praktijk gaat het daarbij om schermen die nagenoeg lichtdicht zijn en de lichtuitstoot voor minimaal 98% tegenhouden”, aldus adviseur Alwin van Ruijven van AAB NL. Hij verwacht dat, vanwege het aflopen van de overgangstermijn, daarom een beperkt aantal telers nu nog hoeft te investeren in nieuw doek.

Kleinere kier
Daarmee is niet gezegd dat het aflopen van de overgangstermijn geen verdere gevolgen heeft. „Met een nagenoeg lichtdicht doek mag je onder de huidige regelgeving tijdens de donkerteperiode nog een kier van 5% trekken. Dat is voor bijvoorbeeld rozentelers van groot belang om warmteophoping onder het doek te voorkomen. Als per 1 januari 2017 voor iedereen nagenoeg lichtdicht doek verplicht wordt, mag je nog slechts een kier van 1 à 2% trekken. Het lijkt daarbij slechts om een paar procenten te gaan, maar voor het afvoeren van warmte kan die kleinere kier een enorm verschil maken”, aldus Van Ruijven.

Lees meer over lichthinder in de nieuwe Bloemisterij (nummer 48).