De Eerste Kamer maakt zich zorgen over de voortgang van het onderzoek in de land- en tuinbouw na de opheffing van het Productschap Tuinbouw op 1 januari 2015. Dat bleek tijdens een debat met minister Kamp (EZ) op 8 en 9 december.
Zowel de coalitiepartijen VVD en PvdA als het CDA lieten in het debat blijken bang te zijn dat er, na de afschaffing van het Productschap Tuinbouw (PT), financiering zal wegvallen voor agrarisch onderzoek. Het CDA wees erop dat met het verdwijnen van de PT-gelden ook de bijdrage van het rijk aan veel onderzoek zal wegvallen omdat veel projecten op basis van 50-50%-financiering waren geregeld.
Ook bij de VVD leeft die zorg. De liberalen wijzen daarbij op de verwachting dat het aantal Wageningense onderzoekers de komende tijd zal krimpen. De VVD vindt dat verantwoordelijk minister Kamp van Economische Zaken (EZ) zich moet inspannen om dit gat enigszins te dichten met rijksbijdragen.
De PvdA had liever gezien dat Kamp het onderzoek van publiek belang had verklaard zodat zijn ministerie ervoor verantwoordelijk zou zijn geweest.
Rijksbijdrage
In een reactie beloofde Kamp dat de rijksbijdrage die er anders zou zijn gekomen voor het onderzoek er ook zal zijn in het overgangsjaar 2015. Hij verwacht dat de tuinbouw er – met behulp van onder meer branche- en producentenorganisaties – in zal slagen genoeg geld te kunnen vinden voor onderzoek. De minister zegde echter toe de ontwikkelingen na het overgangsjaar goed te zullen blijven volgen. Garanties over extra geld gaf hij echter niet.
