Voor de Vrije Universiteit Amsterdam doe ik mee aan een onderzoek. Het gaat om groene schoolpleinen. Via via ben ik gevraagd vanwege mijn expertise als ‘groenman’. Dus zal ik er wel verstand van hebben… Ik ben vooral benieuwd hoe de VU dit aanpakt. Het moet wel wat zijn. Een wetenschappelijk onderzoek naar groen!
„Wat kenmerkt een groen schoolplein?” Bij de eerste vraag schiet ik al in de twijfel. Is dat het groen? Zijn dat de kinderen? Er worden foto’s getoond. Ik zie een saai plantsoen rond een school waar geen hond speelt. Het speeltoestel is bont geschilderd maar dat maakt het alleen maar erger. De vakken met Lonicera gaan over in vakken met Spireae met hier en daar een Prunus Amanogawa. Eén keer per jaar gemeentesnoei en twee keer Casoron strooien roepen een beeld op van troosteloosheid.
Wat wordt eigenlijk bedoelt met ‘groen’ schoolplein? Het heeft een bijna mythische klank. Daar moet het wel fijn zijn. Daar wordt gespeeld en is iedereen blij. Maar op de foto is niemand blij. Ik kijk nog eens en zie vooral een lege plek. Is dat toeval? Ik kom er niet uit en raak een beetje in paniek. Wat wilde ik hier eigenlijk mee bereiken? Mezelf als een kenner presenteren? Ik weet er geen zak van!
En dan wordt het leuk! We krijgen een filmpje te zien. Ons wordt gevraagd te analyseren wat we zien en hoe aspecten van het plein daar van invloed op zijn. Van afstand is een klein meisje gefilmd die zit te frutten met een emmertje met wat slakken erin. Minutenlang volgen we het meisje. Op een betonnen rioolbuis, tussen het buitenhek en enkele paaltjes, is ze gebiologeerd in de weer met haar emmertje. Ver weg van de wereld van de andere spelende kinderen en er toch maar enkele meters van vandaan. Dan ineens draaft ze richting de kinderen, blijft halverwege staan, raakt weer in de ban van de slakken, draaft dan resoluut door en zoekt een positie tussen de kinderen, ergens halverwege een zandhoopje.
Nu ontwaakt de ontwerper in mij. Hier gebeurt iets fantastisch! De verschillende ruimtelijke aspecten, de overgangen, de plaatsing van de elementen, de gradaties, de dynamiek van de plek. Allemaal dragen ze bij en zijn van grote invloed op wat we zien gebeuren. En dat binnen de context van een paar vierkante meter. Dit is dat mythische groene schoolplein!
Met een schok bedenk ik me dat niets van dit alles ook maar iets van groene plantjes in zich heeft.
Verbluft verlaat ik het lokaal.