‘Focus niet alleen op nectarplanten maar ook op waardplanten’

Planten die bijen en vlinders aantrekken zijn hot. Maar volgens landschapsecoloog Wankja Ferguson ligt te veel de nadruk op de toepassing van nectarplanten, terwijl waardplanten minstens zo belangrijk zijn.

Dit zei Ferguson woensdag 24 augustus tijdens haar lezing over beplantingen voor vlinders en wilde bijen, georganiseerd door het Ontwerpinstituut op boomkwekerijvakbeurs Plantarium. Ferguson heeft zich de laatste jaren gespecialiseerd op het gebied van dagvlinders en wilde bijen (de 359 in Nederland voorkomende bijen en hommels, naast de gedomesticeerde honingbij).

Eitjes en rupsen
In bloemrijke tuinen worden volgens Ferguson vaak wel nectarplanten aangeplant, maar geen waardplanten. Vooral bij vlinders luistert dit nauw. Wil je dat zij zich in je tuin kunnen voortplanten dan moet je voor voldoende waardplanten zorgen. In een waardplant zetten vlinders namelijk hun eitjes af, bovendien doen de rupsjes zich er vervolgens aan te goed. Terwijl een nectarplant de volwassen vlinder van voedsel voorziet, soms zijn die twee functies in een en dezelfde plant verenigd, maar vaak niet.

Bosviooltje en schapenzuring
Zo heeft het Icarusblauwtje als waardplant onder meer hop- en moerasrolklaver. „Waarom zou je die niet in de border zetten’’, aldus Ferguson. Of neem de kleine vuurvlinder, die zet zijn eitjes af in schapen- en veldzuring. „Dit is dus geen onkruid, zeker niet in de openbare ruimte.’’ Maar ook een meer gangbare tuinplant zoals het bosviooltje dient als waardplant, voor de keizersmantel om precies te zijn.

Haren van hartgespan
Ook tussen wilde bijen en planten bestaan complexe relaties. Neem bijvoorbeeld de wolbij, die verzamelt haren van onder meer Leonurus cardiaca (hartgespan) om haar eitjes in te pakken, maar gebruikt een reeks andere planten voor de nectar. „De buitenruimte insectvriendelijk maken gaat dan ook veel verder dan wat takkenrillen aanleggen en wat rommelhoekjes laten staan’’, aldus Ferguson.

Landschapsecoloog Wankja Ferguson (l) in gesprek met bezoekers van de lezingenreeks van het Ontwerpinstituut.