LTO Nederland en Mileudefensie kunnen zich vinden in de aanbevelingen van de Gezondheidsraad omtrent de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen op agrarische ondernemers, hun gezinnen en omwonenden.
De Gezondheidsraad raadt het kabinet aan nader onderzoek te doen en maatregelen te treffen. LTO Nederland is blij dat ook agrarische ondernemers centraal staan in het geadviseerde blootstellingsonderzoek. Want ze deelt de mening van de raad dat: ’Als er sprake is van enig risico voor omwonenden, zal het naar verwachting lager zijn dan het risico dat mensen lopen die beroepsmatig met de middelen werken’.
Ook verantwoordelijkheden
Verder beaamt LTO dat land- en tuinbouwers verantwoordelijkheden hebben. Regels moeten worden nageleefd en kennis omtrent gebruik van gewasbeschermingsmiddelen up to date zijn. Maar volgens de brancheorganisatie staat en valt het beperken van risico’s van gewasbeschermingsmiddelen vooral met een goede communicatie tussen agrariërs en omwonenden. „Dat betekent in gesprek gaan met omwonenden, uitleggen wat je doet en de middelen zorgvuldig toepassen”, zegt Joris Baecke, portefeuillehouder Plantgezondheid bij LTO Nederland. De branchevereniging is hiervoor al een campagne gestart met Nefyto en Agrodis en Cumela. Baecke kan zich tevens vinden in dat driftreducerende technieken en teeltvrije zones ook worden toegepast bij gevoelige objecten als woningen en recreatieterreinen. Vanaf 2015 gelden er langs sloten teeltvrije zones van 0,5 tot 1,5 m, afhankelijk van het gewas.
Niet bagatelliseren
Vanuit het oogpunt van de gezondheid van omwonenden onderschrijft Milieudefensie het advies van de Gezondheidsraad. „Er is nog veel onbekend over de risico’s van bestrijdingsmiddelen, maar toch worden de risico’s vaak gebagatelliseerd”, aldus Jacomijn Pluimers van Milieudefensie. „Terwijl we juist zorgvuldig moeten zijn als het gaat om gezondheidsrisico’s voor omwonenden.” Volgens Milieudefensie valt er nog veel te winnen door zorgvuldiger om te springen met gewasbeschermingsmiddelen. „Het is goed dat de gezondheidsraad adviseert om een spuitvrije zone te gaan hanteren zodat mensen minder snel met middelen in aanraking komen”, aldus Pluimers. „Alleen wachten op meer onderzoek is niet genoeg.”
