Naktuinbouw: ’Zonde als bacterievuurzones verdwijnen’

Het zou zonde zijn als er door te weinig belangstelling van bedrijven voor het in stand houden van bufferzones voor bacterievuur, zones zouden verdwijnen. Dat schrijft Naktuinbouw in een persbericht over de stand van zaken rond de bufferzones.

De zones zijn namelijk een succes. In 2015 zijn zo’n 41.500 objecten, zoals individuele planten, hagen of bosschages, gecontroleerd op bacterievuur in de twaalf zones. In deze zones zijn 93 bacterievuuraantastingen gevonden (in 2014 110). Halverwege de jaren 80 waren er nog zo’n 4.000 vondsten per jaar.

Het effectieve beleid om de verspreiding van bacterievuur onder controle te houden binnen bufferzones, zorgt er voor dat kwekers planten die gevoelig zijn voor deze ziekte toch naar afzetmarkten kunnen exporteren waar bacterievuur buiten de deur wordt gehouden. Voor kwekers is er dus een handelsbelang aan verbonden.

Problematisch
De bufferzones moeten nu echter door de kwekers zelf worden gefinancierd, nu het productschap dat niet meer regelt. En dat blijkt niet eenvoudig. In een persbericht over de stand van zaken noemt Naktuinbouw het ’zonde en mogelijk ook problematisch’ als zones bij gebrek aan belangstelling zouden verdwijnen. „Bedrijven verliezen hierdoor mogelijk (een deel van) hun afzetmarkt. De zones worden wettelijk vastgesteld. Eenmaal geschrapte zones zijn dan ook niet zomaar terug te halen. Als een zone er niet meer is, wordt ook de omgeving niet meer specifiek gecontroleerd en waar nodig opgeruimd. Hierdoor bestaat het gevaar dat de infectiedruk weer flink toeneemt.”

Lees meer over de bacterievuurzones in De Boomkwekerij van 1 april